Interview Anne Rabe
Hoe overleeft een land een trauma en hoe overleef je dat persoonlijk? Anne Rabe beschrijft in haar roman “Die Möglichkeit von Glück” de tijdgeest in Oost-Duitsland na 1945 aan de hand van de zoektocht van een kleindochter naar haar opa. Het boek staat op de literatuurlijst Duits 2024-2025. Senia ging in gesprek.Anne Rabe, geboren in Wismar in 1986, nu wonend in Berlijn, is een Duitse toneelschrijver, dichter, scenarioschrijver en essayist. Haar theaterstukken worden in veel landen opgevoerd. Ze schrijft ook voor film en TV. In maart 2023 verscheen haar eerste roman ‘Die Möglichkeit von Glück’, waarmee ze de finale van de Deutsche Buchpreis 2023 behaalde. Deze roman beschrijft de tijdgeest in Oost-Duitsland na 1945 aan de hand van een zoektocht van een kleindochter naar haar opa. Het boek staat op de keuzelijst Duits 2024-2025 van Senia.
Ik ging online met haar in gesprek.
Uw roman begint met een gedicht van Wolfgang Hernndorf ‘… Das Ende, wenn die Welt vergeht, wird es die Welt, die’s nicht mehr gibt, niemals gegeben haben.’ Wilde u de geschiedenis van de DDR vertellen zodat deze niet vergeten zou worden?
“Ik weet niet of het echt in de vergetelheid geraakt, maar ik vind het wel belangrijk dat we over deze geschiedenis in gesprek blijven met de nieuwe generatie. Het gedicht van Hernndorf gaat voor mij meer over het thema herinnering en alles waar we ons zo druk over maken, terwijl we in werkelijkheid zo nietig zijn. Het geeft aan de ene kant wat troost, aan de andere kant verwijst het naar de zinloosheid van het leven. Dit zijn menselijke concepten waar iedereen mee klaar moet zien te komen.”
In uw boek noemt u als woonplaats van de kleindochter Stine steeds ‘dieser kleinen Stadt’. Bedoelt u daarmee Wismar, waar u bent geboren?
“Ik heb bewust geen naam genoemd, maar steeds over ‘de kleine stad’ geschreven. Uit allerlei aanwijzingen wil ik de lezer laten begrijpen dat het een kleine stad is aan de rand van Oost Duitsland. Ik vond het belangrijk dat de lezer niet denkt dat het om Berlijn gaat. Vaak wordt alles wat met de DDR verband houdt verteld vanuit Berlijn. Het gaat natuurlijk om veel meer.”
Het boek gaat over twee verhalen: de tijdgeest in Oost-Duitsland en het verhaal van Stine, de kleindochter, die op zoek gaat naar haar opa Paul. Welk verhaal staat voor u op de voorgrond?
“Voor mij was het meest belangrijk de geschiedenis van de DDR vanaf het begin te kunnen beschrijven. Tegenwoordig wordt de geschiedenis van de DDR vaak vanaf het einde beschreven, vanuit de val van de Muur. Ik vond het belangrijk te vertellen waar de DDR vandaan komt. De geschiedenis van opa Paul, die rond 1920 begon, is daarvoor verhelderend.”
Waar komt uw interesse voor deze geschiedenis vandaan?
“Ik kom uit een generatie die geboren is in de tijd dat de Muur viel (1989), toen de maatschappij nog totaal in onrust was, niet wist hoe met bepaalde conflicten om te gaan. Er werd gezwegen over de geschiedenis, en tegelijk was die geschiedenis helemaal aanwezig. Ik ben opgegroeid met een positief beeld over de DDR en toen hoorde ik, als jong-volwassene, over de andere kant. Dat was voor mij een shock, maar tegelijk werd voor mij helder waarom deze maatschappij zo is zoals zij is. Daaruit komt mijn interesse. Het is zo niet te verklaren, zowel het nationaal socialisme als de DDR en wat daaruit voort kwam. Ik vraag me steeds weer af, wat is er met de mens, wat maakt de mens zo gewelddadig, steeds opnieuw en niet alleen in Duitsland. Het dynamische ervan, ook Europees, hoe gaat men hiermee om. Ik kom daar niet van los.”
De beide verhalen worden naast elkaar verteld, dan over Stine, dan weer over de politiek. Zit daar een reden achter dat u dat zo gedaan heeft?
“Ik heb dit bewust zo gedaan. Het essay over de politiek steeds weer naast de roman. Ik wilde voor de lezer de geschiedenis van het twijfelen en het zoeken voelbaar maken. Anders dan bij een film kun je in een boek terugbladeren, even rustig nadenken. Ik vind deze vorm ook passen bij de tijd waarin wij leven.”
Hoe lang hebt u erover gedaan dit boek te schrijven?
“Toen ik eenmaal wist in welke vorm ik het boek zou schrijven, heb ik het in driekwart jaar geschreven. Ik ben heel lang met dit thema bezig geweest en ik heb intensief onderzoek gedaan, mensen geïnterviewd. Mijn eerste essay ‘Kinderland’ (2019) bevatte eigenlijk al de basis van deze roman.”
U laat Stine zeggen: “wij hebben geleerd stil te zijn, stel geen vragen, verwonder je niet, beter niet weten”. Werd daardoor de zoektocht naar opa Paul moeilijk?
“Ik beschrijf de ambivalentie tussen het willen zoeken en de drang naar waarheid. En daaraan gepaard het schuldgevoel. Deze zoektocht geeft altijd innerlijke onrust. Niet willen weten. Het is moeilijk voor mensen in de afgrond te kijken. In Duitsland wordt het belangrijk gevonden zich met de verwerking van de geschiedenis bezig te houden. Maar ga maar eens zeggen: ‘Mijn grootouders zijn allemaal daders’. Deze ambivalentie zie je ook terug in de zoektocht van Stine. Het gaat er niet om te bepalen of opa Paul nu goed of slecht was. Het gaat er veel meer om dat Stine begrip krijgt voor zijn levensweg en desondanks kan zeggen dat het verkeerd was wat hij deed.”
Voor Stine is het traumatisch zoals u het beschreven heeft, zelfbeschadiging, met randfiguren omgaan, ze verbreekt het contact met haar ouders. Hoe is het haar gelukt een volwassen moeder te worden of is dat niet gelukt?
“Dat is in het midden gelaten. De stelling is toch een beetje dat Stine zoveel heeft meegemaakt, als ze zich daar allemaal mee bezig gaat houden, gaat het mis. Er wordt niet beschreven wat dat mis gaan betekent, het wordt aangeduid. Eigenlijk gaat het om de vraag, zet je het geweld voort of doorbreek je de cirkel. Dat is de vraag waar Stine voor staat. Er zijn aanwijzingen dat het haar gelukt is het te doorbreken, maar zeker is het niet. Dat is ook moeilijk te zeggen op het tijdstip waarin het boek speelt. Ik geloof dat je moet weten wie je bent, waar je vandaan komt, om te worden wie je wilt zijn.”
Het einde van het boek is heel idyllisch. Stine met man en kinderen in Zweden. Maar Stine waagt zich niet in het water, want ‘iets kan naar haar grijpen en haar verslinden.’ Is er nu geluk of nog altijd de mogelijkheid van geluk?
“Ik beschrijf meer positieve dingen. De broer van Stine (Tim) komt haar opzoeken, het zoontje van Stine, Kurtie, doet iets wat hij daarvoor niet durfde. Ik wil laten zien dat Stine heeft leren omgaan met het donker dat haar soms nog grijpt. Ze heeft besloten er niet diep op in te gaan. Mensen hebben vaak het idee dat psychotherapie alles kan oplossen. Stine heeft besloten dat het donker mag blijven en ze wil en kan er mee omgaan. Er is in ieder geval de mogelijkheid van geluk.”
Hoe is het boek in Oost-Duitsland ontvangen?
“Het is in het algemeen goed ontvangen. De roman heeft veel gespreksstof opgeleverd tussen de verschillende generaties. Ouders gingen hun kinderen beter begrijpen. Dat heeft mij ontroerd.”
Ria Hullegie