Interview met Heleen Assen. Soms kun je meer dan je zelf weet. Probeer ’t maar.

26 januari 2018

Interview met Heleen Assen: Soms kun je meer dan je zelf weet.

Een historische of literaire stadswandeling, een bezoek aan een actuele tentoonstelling, een rondleiding door een bijzonder gebouw waar je als individu zelf niet zo makkelijk binnenkomt, de excursiegroep van Senia organiseert al jaren tal van interessante uitstapjes. Pas afgetreden coördinator Heleen Assen vertelt vol enthousiasme over de succesformule: een groep van zo’n vijftien tot twintig mensen wordt verwelkomd door een van de werkgroepsleden in een restaurant of grand-café. Omdat veel mensen van ver komen, wordt er gestart met een kop koffie met gebak. Daarna bezoekt men de betreffende rondleiding, die altijd door een professionele gids wordt gegeven. “Dat is een stukje toegevoegde waarde”, aldus Heleen. Soms is er na afloop een gezamenlijke lunch voor wie dat wil.

Bij de eerste excursies die zeven jaar geleden incidenteel door Senia werden georganiseerd, draaide het om een boek. Zo vond er een bezoek aan Veenhuizen plaats naar aanleiding van Het pauperparadijs van Suzanna Jansen en daarna aan Oud-Scheveningen met het oog op de pensions die voorkomen in Sonny Boy van Annejet van der Zijl. Tegenwoordig worden er wel vier excursies per maand aangeboden, die veelal snel zijn volgeboekt. Sommige daarvan zijn zo populair dat ze regelmatig herhaald worden. De vier toppers zijn: een rondleiding door De Bazel, het Scheepvaarthuis en de Beurs van Berlage in Amsterdam, en door de Tweede Kamer in Den Haag.

De werkgroep, die bestaat uit zeven personen, komt drie keer per jaar bijeen. Men streeft ernaar om aan de hand van een suggestielijst een zo evenwichtig mogelijk aanbod voor de komende vier maanden samen te stellen, afhankelijk van het seizoen. De wandelingen door steden en beeldentuinen vinden van april tot oktober plaats; in de herfst en in de winter staan vooral musea en monumentale gebouwen op het programma. De deelnemers komen alleen of met z’n tweeën naar de excursies en soms doet een hele leesgroep mee. De aanmelding is divers: oud en jong, man en vrouw, Senia-lid en introducé. Wat hen bindt is dat zij meestal in een leesgroep zitten en tussendoor met elkaar daarover (kunnen) praten. Volgens Heleen gaan de mensen mee voor het gemak, zij hoeven dan niet alleen te gaan en het is echt een dagje uit. Heleen: “Het gaat overigens wel om de inhoud. We horen dan ook vaak van de gidsen dat ze ons zo’n leuke, geïnteresseerde groep vinden.” Natuurlijk zijn er ook andere aanbieders van dit soort activiteiten, maar over het algemeen is Senia een stuk goedkoper, persoonlijker en vindt men het hier veel gezelliger.

In haar werkzame leven was Heleen teamleider van een ziekenhuisapotheek. Tien jaar geleden ging ze met pensioen. Ze maakte veel verre reizen en werd ambassadeur voor Senia in ’t Gooi. Voor de seniorenvereniging van Hilversum ze gaf ze oefensessies hoe om te gaan met de NS-kaartautomaat, toen op kleine stations de loketten sloten. Veel ouderen hadden moeite met de aanraakschermen. Het Algemeen Dagblad schreef er een artikel over. Vervolgens werd ze gevraagd om mee te werken met een Amsterdams bedrijf dat van het ministerie van Infrastructuur en Milieu de opdracht had gekregen om aan ouderen informatie over de ov-chipkaart te geven. Het idee was: senioren leggen het uit aan senioren. Ze leidde allerlei mensen ‘uit den lande’ op tot ov-ambassadeurs. Dat liep als een trein. Ze heeft het drie jaar gedaan. Zo ontdekte ze dat ze goed is in voorlichting geven. Misschien heeft ze daar deze wijze les geleerd: “Soms kun je meer dan je zelf weet. Probeer ’t maar.”

Drie jaar geleden is Heleen samen met haar man naar het landelijk gelegen Gorssel verhuisd. Hun bungalow met uitzicht op veel groen lijkt vanbinnen wel een galerie, want aan alle muren hangen indrukwekkend mooie schilderijen van de hand van Heleen zelf. Ze vertelt dat het verhuizen aardig wat energie heeft gekost: ”Niemand zit op jou te wachten. Als je contact wilt, moet je zelf eropuit om mensen te leren kennen.” Ze sloot zich aan bij de Gorsselse kunstkring en zit daar sinds een halfjaar in het bestuur. Verder reist ze nog steeds veel. Ze bezoekt wekelijks een tentoonstelling, ze tuiniert en leest graag, met name familieromans, biografieën en literaire romans. Als favoriete boeken van de afgelopen periode noemt ze: Het smelt van Lize Spit, Ondanks de zwaartekracht van Suzanna Jansen en Selma van Carolijn Visser.

Het leukste aan haar werk voor Senia vond ze het bedenken van boeiende excursies. Ze deed het al die jaren dan ook met veel plezier. Heleen: “Het geeft een goed gevoel als het aanslaat. Je krijgt altijd direct respons. Ik weet zeker dat ik een aantal trouwe deelnemers zal gaan missen en dat geldt straks ook voor de leden van de werkgroep met wie ik zo lang fijn heb samengewerkt en natuurlijk voor Marijke Slager en Ineke van de Rotte. Maar nu is het goed om te stoppen. Het is fijn om even niets te hoeven. Het is mooi geweest, het is tijd voor andere dingen, misschien wel voor schilderen. Meer tijd voor mezelf.