Interview Bep Vlugter en Maggy van Eerd

1 april 2018

Franse romans hebben vaak een aangenaam Frans sfeertje. Bep Vlugter en Maggy van Eerd, beiden lid van de werkgroep Frans, weten er alles van.

De een ging Frans studeren vanwege een inspirerende lerares Frans op de middelbare school. De ander omdat haar vader had gezegd dat het wel handig was om docent te zijn als ze later werk en gezin wilde combineren. Bep Vlugter en Maggy van Eerd zijn beiden al enige tijd actief in de werkgroep Frans. Ik spreek hen in het huis van Bep, een sfeervol oud pand hartje Jordaan.

Afwisseling

Maggy, ex-docent Frans, was er al bij toen de werkgroep in 2007 door Senia werd opgericht. Bep, die als docent taalverwerving verbonden was aan de Universiteit van Amsterdam, vond het na haar pensionering een prettige afwisseling om zich nu met literatuur bezig te houden. Ook de overige zes leden van de werkgroep hebben vrijwel allemaal een onderwijsachtergrond.  

Op niveau

De eerste Senia- leesgroep Frans ging in Amsterdam van start in Maison Descartes, het Franse instituut dat anderhalf jaar geleden werd opgeheven. Momenteel zijn er zo’n dertig leesgroepen, die samen ongeveer tweehonderd deelnemers tellen. “Dat zijn geen mensen die alleen maar een mondje schoolfrans spreken”, zegt Bep. “De meesten hebben een speciale band met Frankrijk: ze hebben er gewerkt, bijvoorbeeld als au pair; hebben een Franse partner; bezitten er een buitenhuisje. Al wisselt het per groep, de beheersing van de taal is behoorlijk op niveau. Het is dan ook geen conversatiecursus, maar het gaat echt om het lezen en praten over literatuur.”

Alles in het Frans

Wie denkt dat het er tijdens de bijeenkomsten wel met de Franse slag aan toe zal gaan, heeft het mis. De rosé blijft dicht en er is ook geen stokbrood met brie voor de ‘couleur locale’, met uitzondering van de laatste keer in het seizoen. Maggy vertelt over haar eigen leesgroep: “De deelnemers wisselen eerst uit wat zij van het boek vinden. De discussievragen hebben ze thuis al doorgenomen en om beurten brengen ze de punten naar voren die ze willen bespreken. Er wordt de hele tijd Frans gesproken.”

De lijst

Op de leeslijst komen elk jaar tien tot twaalf nieuwe boeken te staan, waarvan vijf actuele. De rest is iets ouder. Sinds kort wordt een deel van de leeswijzers gemaakt door ‘Le Petit Littéraire’, een Franse organisatie die zich op middelbare scholieren richt. De werkgroepsleden vullen de discussievragen aan, schaven die bij naar Senia-maatstaven en schrijven bovendien de overige leeswijzers. Het is voor de lezers geen probleem om de boeken te bemachtigen. Er is een goed gesorteerde Franse boekhandel op de Keizersgracht in Amsterdam, ‘Le Temps Retrouvé’, men bestelt online of maakt gebruik van de ruilservice van Senia.

Ander activiteiten

Een enkele keer worden er andere activiteiten georganiseerd, zoals een bezoek aan de tentoonstelling over Charlotte Salomon in het Joods Historisch Museum naar aanleiding van de roman van David Foenkinos. Verder maakt men elkaar attent op relevante lezingen, concerten of rondleidingen. De speciale pagina voor Frans op de website van Senia –  twee keer op het pijltje bij ‘Frans’  klikken - bevat veel interessante informatie.   

Aanraders

Op mijn vraag om een paar aanraders te noemen, antwoordt Bep:” Pierrre Lemaitre schreef een prachtige roman over de Eerste Wereldoorlog: Au revoir là-haut. (Nederlandse titel:Tot ziens daarboven). Een moeilijk, maar mooi boek over het leven van  Racine is Titus n’aimait pas Bérénice van Nathalie Azoulay ” Maggy: “Een leuk boek over een hond met een ontwapenende plot is Le Collier rouge van Jean Christophe Rufin (In het Nederlands: De rode halsband.’” Het is moeilijk te zeggen waarin de Franse literatuur zich onderscheidt van de Nederlandse. Elk boek is weer anders, maar Franse romans hebben natuurlijk wel vaak een aangenaam Frans sfeertje.