Interview met Eva Hoopman en Marja Weijers, trekkers van de werkgroep Kunstgeschiedenis
Op een doordeweekse dag om elf uur is het behoorlijk druk op het Centraal Station in Utrecht, waar ik heb afgesproken met Eva Hoopman en Marja Weijers. We vinden met moeite een vrij tafeltje in een café op de eerste verdieping. Ik ben benieuwd naar wat deze dames mij gaan vertellen over de leesclubs Kunstgeschiedenis. Waarin verschillen deze van de literaire leesclubs en wat zit er achter het succes?
Visuele prikkels
Marja is al vanaf de oprichting bij de werkgroep Kunstgeschiedenis betrokken. Zij heeft cultuurwetenschappen gestudeerd en haar activiteiten voor deze werkgroep sluiten hier goed op aan. Eva haakte aan in 2016. Zij was na een studie kunsteducatie actief op verschillende plekken in de wereld van de kunst, onder andere als schrijver van lesbrieven en kijkwijzers voor musea, en als beeldend therapeut. Van beiden zou je kunnen zeggen dat ze hun interesse voor kunst van huis uit hebben meegekregen. Marja: ‘Die belangstelling had ik al in mijn jeugd. Mijn vaders grootste hobby was het zelf maken van korte speelfilms. Zo krijg je toch wel het een en ander mee.’ Eva: ‘Mijn vader leerde mij om goed naar mijn omgeving te kijken, niet als kunst, maar als beeld: wat doet zich voor, hoe valt de schaduw, hoe zijn de patronen. Het ging om visuele prikkels.’
Kijkvragen
Toen de werkgroep een paar jaar geleden werd opgericht, hebben de leden rustig de tijd genomen om zich te bezinnen op een goede aanpak. Kunst is vooral kijken. Hoe ga je dat vormgeven, welke boeken zijn daar geschikt voor? Vorig jaar zijn ze gestart met een half seizoen, dit jaar draaien ze voor het eerst het volle seizoen. Eva: ‘Het was in het begin zoeken, maar we hebben nu wel een werkwijze gevonden die onze lezersgroep aanspreekt. Van hieruit ontwikkelen we ons verder.’ Net als bij de andere Senia-leesclubs wordt er gewerkt met leeswijzers bij boeken. Daar vind je informatie over de auteur van het boek, een samenvatting van de inhoud, recensies en bronnen. Kijkvragen laten je samen kijken naar en praten over de kunstwerken die in het betreffende boek aan de orde komen. Een link zorgt ervoor dat iedereen naar hetzelfde beeld kijkt. De boekenlijst is volgens uitgelezen criteria tot stand gekomen: voldoende mogelijkheden tot het stellen van kijkvragen en stof om erover in gesprek te gaan; diversiteit in niveau, onderwerp en prijs; zowel populair als onbekend en uitdagend; goed verkrijgbaar en in het Nederlands. Fotografie en architectuur behoren ook tot het interessegebied. Het boek gaat over een kunstenaar, een stroming of over kunst in het algemeen; het kan een roman of biografie zijn, of een persoonlijke kijk van een liefhebber of kunstenaar.
Meerwaarde
Het is nadrukkelijk geen cursus kunstgeschiedenis. Daarin onderscheidt Senia zich van vergelijkbare aanbieders. Eva: ‘Dat is een manier om kennis te op te steken en meer eenrichtingsverkeer. Daar is overigens niets mis mee. Bij ons reflecteer je, wissel je uit, neem je stelling en moet je iets verwoorden: Wat zie jij? Als je daarvoor openstaat, ben je bij deze groepen op je plek. Het is een andere vorm van vaardigheden opdoen.’ Marja: ‘Je kunt op alle niveaus instappen. Je leert van elkaar en je leert om op een nieuwe manier naar iets te kijken. Dat voegt iets toe. Bovendien heeft het een sociale functie. Wat voor alle Senia-groepen geldt, zie je hier ook: mensen hebben een reden om samen te komen, er ontstaan vaak vriendschappen.’
De noodzaak van kunst
Als ik de vraag stel waarom je je eigenlijk met kunst zou moeten bezighouden, vliegen de antwoorden me om de oren. Eva: ‘Aandacht voor visuele zaken, de kleur, de lijn, de vorm, het verhaal, appelleert aan je emoties. Kunst kan ontregelen en als ongemakkelijk worden ervaren. In haar boek Doorkijken, kunst voor het dagelijks leven laat Merel Bem zien hoe je soms pas later door een voorval in je leven begrijpt waar een kunstwerk nu echt over gaat. Verder kan kunst troostrijk zijn of een andere zienswijze tonen die je zelf nooit had.’ Marja: ‘Kunst heeft een bedoeling, wil een boodschap overbrengen, doet je ergens over nadenken. Er is vaak ook bewondering voor iemands creativiteit, ambacht en spontaniteit.’ Eva voegt eraan toe: ‘Kijken, kijken, kijken en benoemen, daar gaat het om. Onze samenleving zit vol met vormgeving. Kunst zet er een ander verhaal naast. Zoals we hier zitten op de eerste verdieping van Utrecht Centraal kijk ik naar één groot vormgegeven gebeuren. Er is over nagedacht, over de afstanden, over het materiaal. Tegelijkertijd straalt het hier emotie uit en laat het zien wat we tegenwoordig belangrijk vinden. De enige ronde vorm die ik waarneem, is het tafeltje waar we nu met zijn drieën omheen zitten, tegenover de vele vierkanten en ovalen, en de glooiende ritmiek van het dak.’
Kijk, dat had ik nou nog niet zo gezien.Wil de Graaf