Interview met Hilde van Vlaanderen en Maja Jordaan, werkgroep Klassiekers

20 februari 2020

In je enthousiasme om als romanlezer alles te willen lezen wat er actueel verschijnt en waar iedereen het over heeft, zou je kunnen vergeten dat er ook boeken zijn die hun bestaan allang bewezen hebben: de klassiekers. Deze romans hebben de tand des tijds doorstaan omdat ze van uitzonderlijk hoge kwaliteit zijn. De titels zijn meestal wel bekend: Oorlog en vrede, De toverberg, De blikken trommel, Honderd jaar eenzaamheid, Het proces. Ook als je deze toppers uit de wereldliteratuur al eerder gelezen hebt, kun je bij herlezing ontdekken dat zij nog steeds zeer de moeite waard zijn. Ik sprak met Hilde van Vlaanderen en Maja Jordaan van de werkgroep Klassiekers.

Het interview vindt plaats in het huis van Hilde in Nijmegen. Ik ontmoet twee sprankelende vrouwen met een groot hart voor literatuur. De werkgroep Klassiekers werd in 2012 opgericht door de vorige Senia-voorzitter Ineke van de Rotte en twee dames uit Amsterdam. Al snel kwam Hilde van Vlaanderen erbij en later ook Maja Jordaan. Momenteel bestaat de werkgroep uit vier leden. Er is een bestand van zo’n zestig boeken. De Klassiekers vormen een kleinere punt van de Senia-taart, maar daar staat tegenover dat andere leesclubs ook wel eens een klassiek boek op hun lijst zetten.

Waarom zou iemand tijd willen steken in het lezen van die oude boeken?
Hilde hoeft niet lang over mijn vraag na te denken: “Het gaat om boeken die je altijd al wilde lezen, maar waar je nooit aan toekwam. Het zijn stuk voor stuk wereldtoppers met veel diepgang, want de tijd is een natuurlijke selectie. Ze geven een goed tijdsbeeld en bieden je inzicht in een periode uit de geschiedenis. Ze zeggen ons ook iets over ons eigen leven, omdat sommige dingen van alle tijden zijn. Zo kun je bijvoorbeeld de personages uit het werk van Tsjechov tegenwoordig als het ware nog in het echt tegenkomen. Sommige figuren uit klassieke romans zijn ‘types’ of ‘karakters’ geworden, zoals de aartstwijfelaar Hans Castorp uit De toverberg. Bovendien zijn veel klassiekers verfilmd of tot toneelstuk bewerkt. Andere schrijvers halen er hun inspiratie uit of verwijzen naar oudere literatuur.”
Zien de leeswijzers er anders uit dan die van de leesclubs moderne literatuur?
Maja: “Ik denk dat onze leeswijzers uitgebreider zijn, omdat er over wereldtoppers altijd veel achtergrondmateriaal is. Verder zit het onderdeel ‘Het boek in zijn tijd’ er altijd in en daar is ook veel over te zeggen. Ik vind het heel leuk om zo’n leeswijzer te maken, met name het vinden van een goede balans tussen wat ik vertel en niet vertel in de analyse om niet te veel mee te geven. Ik heb vooral veel plezier in het bedenken van de vragen, al is dat wel het lastigste deel. Je moet vragen maken die tot discussie leiden, zowel over het boek als over de maatschappij. Vaak kun je parallellen trekken naar onze tijd.”
Welke criteria hanteren jullie voor de boekenlijst?
Maja: “Het boek moet zich bewezen hebben als een boek dat altijd in de handel is gebleven of nog steeds wordt gelezen. We beperken ons tot de negentiende en de twintigste eeuw. De grens lag eerst bij 1975, maar inmiddels staan er ook moderne klassiekers op de lijst, zoals De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera uit 1984. Een nieuwe vertaling of uitgave is vaak reden om een boek op te nemen. Zo deed Jij zegt het van Connie Palmen ons kiezen voor De glazen stolp van Sylvia Plath.
Hoe komt het dat jullie zulke liefhebbers van literatuur zijn geworden?
Hildes moeder had het niet breed, maar gaf haar laatste geld uit aan boeken, met name streekromans. “Zij pushte mij om verder te komen dan zijzelf en was er trots op dat ik naar de kweekschool ging. Ik heb in het basisonderwijs gewerkt, in de volwasseneneducatie en in de ouderenzorg. Ik ben een enorme literatuurfan en ben ook al heel lang leeskringbegeleider en schrijver van recensies voor Biblion. Op een gegeven moment heb ik de Russische literatuur en cultuur ontdekt. Ik heb daar veel affiniteit mee en heb veel reizen naar Rusland begeleid.” Maja: “Mijn vader nam me elke vrijdag mee naar de bibliotheek van de kerk in ons dorp. Ik heb Nederlands gestudeerd en heb door mijn huisje in Frankrijk ook veel op met de Franse taal en literatuur.”
Wat maakt het zo bijzonder om in de werkgroep klassiekers te zitten?
Hilde en Maja vertellen allebei dat het heel fijn is om over literatuur te praten met mensen die daar ook zo van houden. Hilde: “Het gezamenlijke gevoel van herkenning van figuren uit beroemde romans, dat hebben we in de werkgroep en dat heb je ook in een leesclub Klassiekers. Dat is zo plezierig. ” Maja meldt: “We kunnen overigens heel goed versterking gebruiken. Het zou vooral fijn zijn als er iemand bij komt die ook leeswijzers wil maken.”
“Dit is mijn leven”
Aan het eind van het interview krijg ik nog een rondleiding door het appartement. Hilde opent een schuifwand, waardoor een indrukwekkende bibliotheek zichtbaar wordt. Het ademt hier topliteratuur, met name Russische. In de onderkasten liggen mappen met achtergrondmateriaal bij alle boeken die Hilde ooit heeft besproken. Elders staat een enorme archiefkast vol krantenartikelen over romans. “Dit is mijn leven’, zegt Hilde bijna ten overvloede.   

Wil de Graaf