Interview met Paul Kooijmans, lid van de werkgroep Biografieën
'Er is zoveel te lezen in de wereld’
Geen betere studie van de mens dan de mens. Een biografie biedt zowel de auteur als de lezer het genoegen van een ontdekkingsreis naar een onbekend continent. Biografieën tonen de veelvormigheid van menselijke ervaringen en gevoelens, terwijl ze tegelijkertijd de universaliteit daarvan laten zien. Dat is wat biografieën zo boeiend maakt. Andermans levens zijn tegelijk herkenbaar én anders. Aldus socioloog Jolande Withuis in de Huizingalezing die zij in 2018 uitsprak in de Pieterskerk in Leiden. Ook onder onze Senia-leden zijn er veel liefhebbers van levensverhalen. Ik praat hierover met Paul Kooijmans, coördinator van de werkgroep Biografieën en familiegeschiedenissen.
Vanwege de coronacrisis spreek ik Paul Kooijmans per telefoon. Ik informeer eerst naar zijn achtergrond en zijn werk voor Senia. Paul was in zijn arbeidzame leven actief in het bedrijfsleven als econoom en accountant. De laatste 22 jaar deed hij financieel werk voor de raad van bestuur bij uitgeverij Wolters Kluwer. Hij stopte daarmee op zijn zestigste. Tegenwoordig is hij onder andere adviseur bij een klankbordorganisatie voor mkb-ondernemers. Sinds 2018 zit hij in de werkgroep Biografieën en familiegeschiedenissen, die drie jaar eerder werd opgericht door Ineke van de Rotte, oud-directeur van Senia. Hij is hier de enige man. De vier andere werkgroepleden zijn of waren werkzaam als historicus, docent Nederlands en twee als psycholoog. Paul is de coördinator, maar “sinds het vertrek van Ineke runnen we de boel met ons vijven.”
Leeslust
Paul noemt zichzelf wat lezen betreft een veelvraat: “Als kind las ik graag stripverhalen. Op de middelbare school ben ik romans gaan lezen door de verplichte boekenlijst voor Nederlands, Frans, Duits en Engels. Ik werd een steeds enthousiaster lezer en ontdekte mijn lievelingsschrijver: de Duitse auteur Herman Hesse. Er is zoveel te lezen in de wereld. Nu lees ik zo’n veertig tot vijftig boeken per jaar, van alles en nog wat, vooral filosofie en literatuur. Mijn vrouw leest ook graag en we hebben inmiddels een enorme boekenverzameling in huis. Toen ik voor mijn werk enige tijd in Amerika woonde, ging ik de levensverhalen van grote Amerikanen lezen: John Rockefeller, Charles Lindberg. Zo is mijn belangstelling voor biografieën ontstaan. Dat zijn zulke interessante verhalen. Je krijgt in korte tijd een goed beeld van hoe iemands leven is gelopen, welke ontwikkeling hij heeft doorgemaakt, wat hem heeft gedreven.”
Populair genre
Het lezen en schrijven van levensverhalen is populair. Dat is iets van de laatste tijd, want anders dan bijvoorbeeld in de Angelsaksische landen was er in Nederland in het recente verleden nooit zo veel belangstelling voor de biografie. Jolande Withuis verklaart deze omslag in haar Huizinga -lezing uit de processen van individualisering, secularisering, ontzuiling en ontideologisering die zich de afgelopen decennia hebben voorgedaan: “Bevrijd van zuilen en ideologieën kunnen we onze volle aandacht richten op het wedervaren van losse mensen. De biografie onderstreept de waarde van een individueel leven. Zoals totalitarisme, of dat nu politiek of religieus van inhoud is, mensen perst in een dwingende eenheidsmal, zo gaat het de biograaf juist om de unieke ervaringen en emoties van een individu dat altijd van die mal zal afwijken.”
Aanpak
Binnen de Senia-werkgroepen neemt de werkgroep biografie een eigen plek in, al is er zeker sprake van samenwerking met de werkgroepen die zich richten op literatuur, geschiedenis of kunstgeschiedenis. De werkgroepsleden hanteren een aantal criteria om te bepalen welke biografieën en autobiografieën op de lijst komen. Zo mag het boek niet dikker zijn dan 500 bladzijden en niet duurder dan €30,-. De lijst van titels moet een afspiegeling zijn van wat er recent is verschenen en moet een afwisselend aanbod laten zien. Naast familiegeschiedenissen over belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog kiest men bijvoorbeeld ook voor verhalen van mensen uit Afrika of uit de wereld van de techniek. De boeken hoeven niet voorzien te zijn van een uitgebreid notenapparaat, zoals bij geschiedenisboeken. Paul voegt hieraan toe: “We laten ons altijd leiden door de vraag: wat wil onze doelgroep? Daarnaast vinden we het van groot belang dat de gebeurtenissen niet worden gepresenteerd als een droge opsomming van feiten, maar boeiend zijn opgeschreven. Om tot een goede keuze te komen, wordt elk boek door twee werkgroepleden gelezen. Als die het niet met elkaar eens zijn, komt er een derde lezer. Vervolgens kijken we of dit boek past binnen ons rijtje van tien tot dertien jaarlijkse aanwinsten.”
Aanraders
Ik ben benieuwd naar Pauls eigen favoriete biografie. Dat zijn er twee: de veel geprezen biografie over Apple-oprichter Steve Jobs door Walter Isaacson en die over John Adams, de tweede president van de Verenigde Staten, door David McCullough. Maar hij noemt ook allerlei andere boeken over interessante mensen waar hij van genoten heeft, zoals over de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, over jeugdboekenschrijver C. Joh. Kieviet of over de 18e-eeuwse wetenschapper Frederik Ruysch. Paul: “Levensverhalen zetten gebeurtenissen in een perspectief. Ze kunnen inzicht geven in hoe het leven in een bepaalde tijd was, hoe de samenleving toen in elkaar zat. Het gaat niet alleen om vermaak, je steekt er behoorlijk wat van op. Het lezen van biografieën maakt je heel veelzijdig.”
Wil de Graaf