Literatuurmuseum Den Haag

24 februari 2022

Astrid Oosterhof is coördinator communicatie en evenementen. Het Literatuurmuseum is voor haar een heel inspirerende plek om te werken. ‘Er zijn hier zoveel verhalen in de collectie, elke keer weer iets nieuws. Het is leuk om daarmee aan de slag te gaan en er mijn eigen creativiteit op los te laten.’ Ingrid Eilander is adjunct-directeur en hoofd publiekszaken en tentoonstellingen. ‘Ik geniet van elke dag dat ik hier ben. Het werk is heel dynamisch, super creatief en het heeft maatschappelijk betekenis. Dat voelt goed en geeft voldoening.’

Geschiedenis van het museum

Het Literatuurmuseum werd in 1954 opgericht onder de naam het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. Het was eerst gevestigd in het voormalige stadhuis van Den Haag aan de Dagelijkse Groenmarkt, maar groeide wegens uitbreiding van de collectie uit zijn jasje. Het museum verhuisde daarom in 1965 naar de Juffrouw Idastraat. Sinds 1982 vindt het onderdak in het gebouwencomplex van de Koninklijke Bibliotheek, vlak naast het Centraal Station. In de loop der jaren had het museum verschillende directeuren: Gerrit Borgers, geassisteerd door Ellen Warmond, vervolgens Anton Korteweg en tegenwoordig Aad Meinderts. Wie het Literatuurmuseum de laatste jaren wel eens heeft bezocht, herinnert zich vast de Nationale Schrijversgalerij, bestaande uit vele honderden schilderijen, bustes en andere portretten van Nederlandse schrijvers.

Literaire schatkamer

De eerste hoofdtaak van het Literatuurmuseum is het bewaren van ons literaire erfgoed vanaf 1750 en de acquisitie daarvan. Het literaire archief is de schatkamer van het museum. Deze collectie is deels geschonken door de auteurs zelf of door nabestaanden en deels gekocht van antiquariaten en veilingbedrijven. Het ontsluiten van een literair archief en opnemen daarvan in de catalogus is veel werk en kost dus ook veel geld. Ingrid legt uit waarom het zo zinvol is om al die manuscripten, brieven, foto’s, en andere zaken te bewaren: ‘Een onbeduidend snippertje papier kan net het ontbrekende stukje van de puzzel zijn die een wetenschapper of biograaf nodig heeft om zich een goed beeld te vormen van een schrijver of van de totstandkoming van een specifiek werk. Er zijn auteursbiografen die voor hun onderzoek vaak maandenlang hier in de studiezaal zitten.’ Zo heeft Aleid Truijens, de schrijver van de onlangs uitgekomen biografie van Hella Haasse, hier veel van haar gading kunnen vinden. Literair erfgoed bestaat grotendeels uit papier. Het is de tweede hoofdtaak van het museum om dat op een interessante en aantrekkelijke manier te presenteren aan het publiek. Daar is men volop mee bezig. 

Metamorfose

Ook een museum moet met zijn tijd meegaan en daarom is het momenteel half in verbouwing vanwege de metamorfose die het ondergaat. Ingrid vertelt: ‘Als museum wil je er voor iedereen zijn; je hebt een maatschappelijke taak. Bij de galerij met de schrijversportretten hingen vooral witte mannen. In het kader van inclusiviteit kom je daar tegenwoordig niet meer mee weg. In plaats daarvan is er gekozen voor steeds wisselende tentoonstellingen die aansluiten op de actualiteit en die verschillende doelgroepen zullen aanspreken. Zo is er recentelijk een onderzoeksproject geweest naar sporen van Surinaamse schrijvers, zoals onder anderen naar Anton de Kom, de auteur van Wij slaven van Suriname. Het resultaat van dat onderzoek wordt nu gepresenteerd in een tentoonstelling. Verder wordt er hard gewerkt aan het in elkaar zetten van twee enorme kubussen met nissen waarin het publiek verhalen rondom bepaalde archiefstukken kan ontdekken. Daarmee laten we dan zien dat die archiefstukken vaak een grote maatschappelijke betekenis hebben. Ook is er ten behoeve van leerlingen in het voortgezet onderwijs een tentoonstelling over young adult boeken in de maak. In april wordt Ilja Leonard Pfeijffer, de schrijver van het Boekenweekgeschenk, in de schijnwerpers gezet. Hij schonk onlangs zijn schrijversarchief aan het museum.’

Uniek museum

Het Literatuurmuseum is uniek. Astrid: ‘Er zijn in Europa wel vergelijkbare instellingen, maar die zijn kleinschaliger en meestal gewijd aan maar één schrijver of enkele schrijvers. Andere organisaties die over literatuur exposeren richten zich niet op zo’n breed publiek als wij, maar zijn alleen bedoeld voor volwassenen of juist alleen voor kinderen. Ook de combinatie met het archief is bijzonder.’ Wie belangstelling heeft voor Nederlandse literatuur kan hier dus zijn hart ophalen, zeker als over een tijdje de verbouwing achter de rug is. 

Online Literatuurmuseum

Als je de website van het museum bezoekt, word je uitgenodigd om te komen dwalen tussen schrijvers en verhalen: ‘Verdiep je in grote en kleine verhalen over Nederlandse literatuur. Schrijvers en thema’s worden tot leven gebracht aan de hand van de collectie van het Literatuurmuseum.’ Vervolgens kun je doorklikken naar artikelen die je in een paar minuten kunt lezen of naar ruim dertig online exposities van gemiddeld 45 minuten. Ik noem een paar voorbeelden: er is een expositie over Schrijfsters in de negentiende eeuw, over de achterkant van de bevrijding, over Joost Zwagerman en over zeventig jaar illustraties bij het werk van Annie M.G. Schmidt, van Pippeloentje tot Dikkertje Dap. Ten slotte vind je hier ook de bekende Schrijversgalerij weer terug met portretten van honderden schrijvers, die werden bejubeld, verguisd of vergeten.

Wil de Graaf