Biograaf aan het werk

Beste mensen,

Het is weer vrijdag en het is intussen ook alweer twee maanden geleden dat ik een 'Freetje' heb geschreven. Waar zal ik beginnen?

Dossieronderzoek: richtlijnen op komst

Eerst maar even een update over het dossieronderzoek. In eerdere afleveringen heb ik jullie al bericht dat inzage in Fré’s medische dossier(s) ten behoeve van het onderzoek niet vanzelfsprekend is. Inmiddels hebben diverse organisaties zich over dit probleem gebogen. Behalve de werkgroep History Health & Healing, Ondernemers in Geschiedenis en het KNHG is ook de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland er al een tijdje mee bezig. De Richtlijnen openbaarheid archieven van zorginstellingen zijn in conceptvorm bij diverse belanghebbenden in de mailboxen beland. Ik had gehoopt dat ze inmiddels al wel vastgesteld zouden zijn, waarmee ik een goed instrument in handen zou hebben gehad om het dossier van Fré te kunnen gebruiken voor mijn onderzoek. Maar de termijn waarop commentaar geleverd kon worden, is helaas verschoven naar half december. Dat betekent dat ik pas begin volgend jaar meer duidelijkheid ga krijgen over de vraag of, en zo ja in hoeverre, ik gebruik kan maken van Fré’s medische dossier(s). Nog even geduld dus.

Oorlogsarchieven

Een andere kwestie die mij al langer bezighoudt, is de Tweede Wereldoorlog. Via Marktplaats heb ik de originele Libelle weten te bemachtigen met het interview van Bibeb met Fré. Het blijkt het kerstnummer te zijn van 1955. In het interview vertelt Fré (op de foto, die bij het artikel stond, staat ze links) het een en ander over haar leven tijdens de oorlog en daar wil ik graag veel meer over weten.

Nu is het zo dat ik tijdens de coronatijd fan geworden ben van luisterboeken, vooral vanwege de mogelijkheid tot multitasking. Zo heb in korte tijd een hele stapel boeken kunnen lezen dan wel beluisteren over de periode dat ons land zuchtte onder de bezetting. Om enkele titels te noemen: ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen, Na het achterhuis van Bas Von Benda-Beckmann en ‘We leven nog’. De stemming in bezet Nederland, van Bart van den Boom. Ook enkele biografieën heb ik beluisterd (onder meer Leven in verbeelding. Hella S. Haasse van Aleid Truyens). Daarnaast heb ik De Jong weer eens uit de kast getrokken en er ligt nog een hele stapel literatuur op mijn bureau. Al die boeken vertellen me iets over de keuzes waar mensen voor kwamen te staan in deze barre tijd.

Om meer te weten over hoe Fré zelf de bezettingsjaren doorkwam, heb ik een bezoek gebracht aan het Nationaal Archief en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Ik heb daar diverse collecties bestudeerd, maar vond niet meteen een antwoord op al mijn vragen. Dat betekende dat ik nog een keer naar het NIOD terug moest. Afgelopen woensdag was ik er weer. Met het heilige toestemmingsbewijs in de hand liet ik 22 dozen klaarzetten met aanmeldingskaarten voor de Kultuurkamer. Fré’s hele netwerk nam ik onder de loep. Ik kan er op deze plaats niet te veel over vertellen, maar wat ik in die dozen vond, bracht het antwoord op mijn vragen bepaald niet dichterbij.

Naar Leiden

Mede daarom ging ik gisteren naar Leiden, om te praten met em. prof. dr. Hans Blom - de vroegere directeur van het NIOD, en in een nog verder verleden mijn mentor aan de Universiteit van Amsterdam. Hoewel ik me verheugd had op een toeristische tour door de oudste universiteitsstad van Nederland, was de wandeling naar zijn huis geen onverdeeld genoegen met felle zon recht in mijn gezicht. Maar het onthaal en de inspirerende gedachtewisseling maakten alles goed. Gezeten aan de donkere eettafel in de mooie jarendertigwoning met veel glas-in-lood adviseerde Blom mij om niet zwart-wit, of zelfs in grijstinten over de oorlog te denken, maar in alle schakeringen van kleur die het menselijke leven nu eenmaal biedt.

Ik dacht even aan het schilderspalet van Charley Toorop (Zelfportret achter palet – 1934 – Kröller-Müller museum) en aan de bladmuziek van een cantate van Bach. De keuzes die mensen destijds moesten maken, waren precies zo ingewikkeld. Ook - of liever juist - als het ging over de vraag of men zich wel of niet bij de Kultuurkamer moest aansluiten. Sommige kunstvormen, zoals theater, werden collectief aangesloten. Dat had ik ook al in de biografie over Hella Haasse gelezen. Daar kon je dus weinig aan doen. Andere kunstenaars, zoals schilders, konden überhaupt nauwelijks meer werken als ze zich niet hadden aangemeld, simpelweg omdat ze dan geen materialen meer konden kopen. Besloot je je niet aan te sluiten bij de Kultuurkamer, dan zat er weinig anders op dan in het geheim verder te werken (illegale pers, optreden tussen de schuifdeuren) of helemaal te stoppen. Een lastige keuze als je bijvoorbeeld kostwinner bent in een groot gezin, en geen andere inkomstenbronnen kunt aanboren. De overwegingen die mensen maakten om wel of niet het aanmeldformulier terug te sturen, werden kortom door allerlei factoren beïnvloed. Daarbij komt: wij weten dat de bezetting na vijf jaar was afgelopen, maar destijds, toen de eerste aanmeldformulieren bij de kunstenaars en schrijvers op de deurmat vielen, was dat natuurlijk ongewis.

Als biograaf kun je je wel wat vrijheid veroorloven om je in te leven in de beweegredenen van je hoofdpersoon, maar, zo doceerde Blom, je mag nooit marchanderen met de feiten. Om dit te illustreren, citeerde hij de veel gehoorde uitspraak die zijn zoon Onno in diens proefschrift over Jan Wolkers ook aanhaalde: ‘een biograaf is een kunstenaar die onder ede staat’. Om te begrijpen welke keuzes Fré heeft gemaakt tijdens de bezetting, zal ik dus diep in haar denkwereld moeten duiken, zonder de feiten te verloochenen.

.............................................................................................................................................................................................

Catharina Th. Bakker is medisch historica en schreef eerder de ‘De lijfarts van de koning’ (leeswijzer G22-02>).

Haar biografie 'Fré Dommisse. Schrijfster tussen normaal en abnormaal (1900-1971)' komt naar verwachting eind 2024 uit. Wil je op de hoogte blijven van haar speurwerk? Schrijf je in voor haar toekomstige 'Freetjes' via cthbakker@gmail.com.