De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje

"Jongens waren we, maar aardige jongens." Het is een beroemde openingszin, afkomstig uit Titaantjes van Nescio. De vrienden om wie de novelle draait, zitten vol maatschappelijke en artistieke idealen, maar de uitwerking ervan laat te wensen over. Deceptie overheerst ook in De uitvreter, waarin (deels) dezelfde vrienden figureren, nu cirkelend rond hoofdpersoon Japi, die probeert van de wind te leven. De vrienden kijken tegen hem op, maar ook Japi komt niet waar hij wezen wil. Evenmin als Dichtertje in de gelijknamige derde novelle, die weliswaar lijkt te bereiken wat hij wil "Een groot dichter zijn en dan te vallen", maar wel tegen een hoge prijs. Het menselijk tekort viert hoogtij in deze drie gebundelde novellen van één van Nederlands schrijvers die groot was in het schrijven over de kleine mens en dat in een taal die bijzonder is in zijn eenvoud.