Literaire wandeling Rotterdam
Er zijn veel redenen om een dagje naar Rotterdam te gaan: de Maas, de architectuur, de musea, de gezellige straten met restaurantjes. Ik maak een literair-historische wandeling door de binnenstad en kijk mijn ogen uit. Ik kom op plekken waar ik normaal niet zo gauw zou komen en neem me na afloop voor om hier gauw weer eens terug te komen. Mijn wandeling begint bij het Centraal Station.door: Wil de Graaf - juni 2024
Bijzondere beelden
Als ik de hal van het station uit loop, sta ik voor een bijzonder beeld. Het stelt een vrouw van kleur voor en straalt trots en kracht uit. Het beeld heet Moments Contained en werd in 2022 gemaakt door de Britse kunstenaar Thomas J. Price. De vrouw zou goed de hoofdpersoon van een roman kunnen zijn en markeert de start van een wandeling in de voetsporen van Rotterdamse schrijvers. Ik wandel langs de Westersingel en kom bij een enorme plataan met eronder het ‘graf van de onbekende dichter’. De Zuid-Afrikaanse dichter en antiapartheidsstrijder Breyten Breytenbach kreeg tijdens zijn gevangenschap het idee voor dit monument. Hij wilde graag dat het in Rotterdam kwam, omdat deze stad de zetel is van festival Poetry International. Langs de Westersingel zie ik meer beelden van de Rotterdamse beeldenroute, waaronder ook L’Homme qui marche van Auguste Rodin.
Nachtburgemeester van Rotterdam
Aan het eind van de singel sla ik rechtsaf de Oude Binnenweg op, waar ik een koffie drink op het terras van Café Lilith met boven mijn hoofd op de gevel de zin: “De omgeving van de mens is de medemens”. Het is een dichtregel van Jules Deelder. Wie kent niet de nachtburgemeester van Rotterdam? Hij woonde in deze buurt en wandelde hier rond met zijn zonnebril op en altijd in het zwart gekleed. In 2019 overleed deze iconische Rotterdammer. Ever verderop was café Ari, stamkroeg van Deelder, overigens niet vernoemd naar zijn dochter Ari, aan wie hij een mooi gedicht opdroeg met de beginregels: “Lieve Ari/ Wees niet bang/ De wereld is rond/ en dat istie al lang”. Het is heerlijk hier in deze lommerrijke wijk, zo op een zonnige lentedag op een pleintje bij de Mathenesserlaan, dat binnenkort officieel het Jules Deelderplein zal heten. Hiervandaan loop ik naar het Rijnhoutplein, waar zich de Leeszaal Rotterdam West bevindt. Na de sluiting van twee bibliotheken werd dankzij een bewonersinitiatief de voormalige hamam omgetoverd tot een sfeervolle lees-, leer-, experimenteer- en ontmoetingsplek.
Ruwe diamant
Ik wandel een stukje terug langs de Oude Binnenweg en sta bij nummer 131 stil voor een beeldje van zanger Koos Speenhoff (1869-1945), die optrad met liedjes en hier in Rotterdam in de Tivoli Schouwburg ooit debuteerde. Als ik me omdraai zie ik de etalage van boekhandel v/h Van Gennep. Remco Campert schreef erover: “Verderop in de straat was een boekhandel die altijd veel werk van zijn etalage maakte”. Ik steek de drukke Lijnbaan over en lees op een gevel een fragment van het gedicht Ik zie je Rotterdam van schrijver Alex Boogers:
“En met uitgestrekte armen die je naar de hemel reikt,
wordt het gat in je borst steeds meer opgevuld.
Je bent nooit wat je lijkt.
Maar dan toch: voor altijd een ruwe diamant.”
Even verderop is de Coolsingel. Nu bevindt zich hier de zogenoemde ‘Koopgoot’, maar ooit stond hier het Erasmiaans Gymnasium, een van de oudste scholen van Nederland. De dichter J.H. Leopold (1865-1925) was er leraar klassieke talen en dichteres Ida Gerhardt was een van zijn favoriete leerlingen.
Raamplein
Achter het stadhuis ligt het Raamplein. Clara Eggink (1906-1991) woonde hier vlakbij en beschreef in haar boek Kind hoe deze buurt er na het bombardement van 1940 aan toe was. Ze zag gesloopte straten met als overblijfsels van huizen “stukken trap, keukentegels en flarden behang”. Clara Eggink was achtereenvolgens getrouwd met de dichters J.C. Bloem en Jan Campert. Op het Raamplein (voorheen: Zandstraat) staat ook een monument voor de in zijn tijd heel populaire zanger Louis Davids (1993- 1939). Hij werd bekend met liedjes als We gaan naar Zandvoort al aan de Zee en Als je voor een dubbeltje geboren bent. Het bijzondere monument is gemaakt door Mathieu Ficheroux en stelt een gebroken 78-toerenplaat voor.
Lof der Zotheid
Ik steek een drukke straat met veel restaurants over. Voor de oude Laurenskerk staat het standbeeld van Desiderius Erasmus Rotterodamus. Het is een groot beeld van een lezende Erasmus. Overigens schreef hij in Lof der Zotheid (1511), zijn bekendste boek: “Wat is dwazer dan in brons vereeuwigd op de markt te staan?” Hij verliet Rotterdam al op jonge leeftijd, maar door de toevoeging Rotterodamus aan zijn naam blijft hij voor altijd met de stad verbonden. Er zijn een universiteit, een brug, een school en een straat naar hem genoemd. Ik kom langs een bouwput waar archeologische opgravingen plaatsvinden en langs de enorme Markthal. Dan steek ik de Binnenrotte over en sta bij Botersloot 28d, een heel eenvoudige flat waar schrijver Bob den Uyl woonde. Hij schreef autobiografische verhalen, met name over zijn fietstochten door Europa. Voor zijn poëzie kreeg hij in 1968 de Anna Blamanprijs, genoemd naar een andere Rotterdamse auteur. Om de hoek staat op de muur van een huis een schoolrapport van Bob groot afgebeeld. Naast mooie cijfers staat: “Over naar 5a. Begaafde leerling”.
Tom Poes
Bij de Centrale Bibliotheek aan de Hoogstraat 110 zie ik de beroemde Kubuswoningen en kom dan bij een eerbetoon aan Marten Toonder. Het is een gebeeldhouwde zitbank met erboven figuren uit zijn strips: Markies de Canteclaer, de burgemeester van Rommeldam Dirk Dickerdack, professor Sickbock en kunstschilder Terpen Tijn. Toonder maakte kennis met comics door de boekjes die zijn vader, die zeekapitein was, meenam uit Amerika. Tom Poes en Ollie B. Bommel werden zijn meest bekende striphelden. Ik rust even uit op de mooie bank en loop vervolgens terug naar het Centraal Station. Mijn wandeling zit er op.
Nieuwe generaties
Het was boeiend om een ochtend lang te wandelen langs Rotterdamse literaire plekken. Ik kwam veel bekende en ook een aantal mij onbekende schrijversnamen tegen. Ik besef dat ik een heleboel namen van Rotterdamse schrijvers niet genoemd heb. Ook Hugo de Groot, Johan van Oldenbarnevelt, Victor E. van Vriesland, Alfred Kossmann, Marcel Möring, Ramsey Nasr, Anne Vegter, Raoul de Jong, Sanneke van Hassel, Bibi Dumon Tak, Lisa Weeda en vele anderen woonden hier minstens een deel van hun leven. Rotterdam is evident een heel literaire stad. Poetry International vindt hier jaarlijks plaats en is er de tweejaarlijkse Dag van het Literatuuronderwijs, een festival waar leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kennismaken met literatuur. Op 5 november 2024 gaat dit weer plaatsvinden. Bijzonder hoe deze stad bijdraagt aan interesse voor literatuur bij oudere en nieuwe generaties.
Informatie:
- Belangrijke inspiratiebron voor deze wandeling van ongeveer 6 kilometer was het boekje: De Leopoldroute, een literair-historische wandeling door de binnenstad van Rotterdam. Door Jan Oudenaarden en Rien Vroegindeweij en uitgegeven door uitgeverij Douane in 2007. Helaas alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.
- Over Jules Deelder verscheen het boek De zin van het leven ben je zelf (2019, auteur Anton Slotboom)
- Een gratis plattegrond van Rotterdam is te verkrijgen bij de toeristeninformatie in de centrale hal van het station aan de voorzijde.