Commandant
Sandro Veronesi & Edoardo De Angelis
De onderzeebootcommandant Salvatore Todaro is een raadsel voor de bemanningsleden van de Cappellini. Omgekeerd hebben Todaro’s bemanningsleden voor hem geen geheimen: zo leert Mulargia uit Sardinië zijn collega’s hoe je een sigaret ‘a fogu aintru’ kunt roken, met de brandende punt naar binnen, zodat de vijand je niet opmerkt in het donker, en raakt kok Giggino in extase door nieuwe mogelijkheden met aardappels. Door hun ogen vertelt Sandro Veronesi het verhaal van het leven aan boord van een onderzeeboot in de Tweede Wereldoorlog: de monotonie, het ruimtegebrek, de spanning tijdens een plotselinge aanval en de beslissing over leven of dood van vriend én vijand die Todaro moet nemen als hij een onbekend Belgisch koopvaardijschip tot zinken brengt. Todaro zelf leert de lezer kennen via zijn brieven aan zijn vrouw Rina. Het verhaal is gebaseerd op een historische gebeurtenis: in oktober 1940 bracht Salvatore Todaro, de commandant van een Italiaanse onderzeeboot, op de Atlantische Oceaan een vrachtschip met twee Engelse vliegtuigen aan boord tot zinken, maar redde – tegen de Duitse instructies in – de Belgische bemanning. De kracht van deze roman zit hem in het zintuiglijke proza: je proeft, hoort en ruikt hoe het in die duikboot geweest moet zijn. Verder kent het boek een geweldige spanningsboog. Het houdt de lezer ten slotte een spiegel voor. Welke wetten gelden als het erop aankomt: die van de oorlog, die van de zee of die van de menselijkheid? Deze vraag is en blijft zeer actueel.