Enkele pianostukken en een symfonisch gedicht
Aleksandr Skrjabin
De Russische componist Skrjabin (1872-1915) ontwikkelde zich van romantiek naar bijna atonale muziek. Skrjabins muzikale ontwikkeling kan in drie periodes worden weergegeven. In de eerste periode (1880-1903) werd hij vooral door Chopin geïnspireerd. Hoewel hij Chopin niet kopieerde, zijn laatromantische invloeden in zijn werk duidelijk aanwezig. De middenperiode (1903-1907) wordt gekenmerkt door een duidelijker eigen klank, de invloed van Chopin is vervangen door die van Liszt. De muziek wordt meer chromatisch (het gebruik van tonen die niet in de toonladder voorkomen) en dissonant (niet harmonisch klinkend). In de laatste periode (1907-1915), zijn meest originele periode, heeft hij een – voor die tijd – eigen revolutionaire en visionaire muzikale vorm gevonden. Hij gebruikt andere toonladders (octotonische en hele-toonstoonladders), de muziek krijgt een eigen klank door het gebruik van wat hij noemt een ‘mystiek akkoord’. De composities neigen naar atonaliteit (muziek zonder tooncentrum), en hij wordt daarom wel eens de voorloper van Schönberg (de grondlegger van de twaalftoonsmuziek) genoemd. Om Skrjabins ontwikkeling weer te geven is in deze luisterwijzer gekozen voor een aantal korte pianostukken uit elk van de drie bovengenoemde periodes. Tijdens de laatste periode schreef hij ook het symfonisch gedicht _Prometheus_. Dit werk wordt besproken als voorloper van zijn nooit voltooide werk _Mysterium_.