Alma’s dochters

Jutta Chorus, de auteur van de biografie _Alma’s dochters_, kent Lili Veenman persoonlijk en logeert regelmatig bij haar thuis in het Italiaanse Collevechio. Lili Veenman, geboren in 1930, was de eerste Nederlandse vrouw die in Parijs en Rome naar de filmacademie ging. Ze assisteerde Frederico Fellini bij La dolce vita en zou haar hele leven films blijven maken, vooral als assistent van haar man Fons Rademakers. In hun gesprekken verhaalt zij zinderend over de levens van haar moeder Sylvia Brandt Buys, grootmoeder Elly, overgrootmoeder Alma en tante Elly Brandt Buys, die zij allemaal gekend heeft. Deze vrouwen, de een onafhankelijker dan de ander, namen “de pen ter hand” om hun wel en wee te beschrijven en tot Chorus’ grote verrassing heeft Lili veel brieven, foto’s en documenten bewaard in een koffertje. Bij het openen er van beseft Chorus dat het hier gaat om een verborgen schat aan vrouwengeschiedenissen. Deze vrouwen kregen geen biografieën. Als het koffertje er niet meer was geweest, had niemand hun verhaal gemist. Hun geschiedenis wil Chorus schrijven. Niet de grote emancipatiegeschiedenis, maar die van het activisme, het vrouwenkiesrecht en de feministische golven, dat is de achtergrond van hun leven. Zij schrijft de geschiedenis van de vrouwen zelf, van Alma en haar dochters. Ze slaagt er zeker in om deze vijf vrouwen in deze boeiende biografie, die een tijdspanne van ruim 150 jaar omvat, opnieuw tot leven te wekken.