Een dwaze maagd

De twaalfjarige Gittel sluit tijdens een logeerpartij bij haar oma in Antwerpen vriendschap met de negentwintigjarige Lucie Mardell en haar vader. Ze speelt op de prachtige vleugel in het huis van de Mardells, praat met meneer Mardell over kunst en adoreert Lucie. Gittel is niet blij met het gezelschap van Gabriël tijdens tochtjes door Antwerpen. Liever heeft ze Lucie voor zich alleen. Groot is haar verrassing als Lucie haar een geheim toevertrouwt: Gabriël en Lucie zijn heimelijk verloofd. In haar naïviteit laat ze zich voor Lucies karretje spannen en zet daarmee haar vriendschap met meneer Mardell op het spel. Deze roman geeft een treffend beeld van de Joodse gemeenschap en is een tijdloos, vol milde spot opgeschreven verhaal over de ontgoocheling die volwassenwording kan zijn.