Column: Meerstemmige literatuur ≠ meer stemmen in de literatuur
Of ik een korte lezing wil houden over meerstemmigheid in de literatuur... Dat wil ik wel. Ik maakt een afspraak om te horen wat precies de bedoeling is, en sla daarna aan het denken. Want: wat is dat eigenlijk, meerstemmigheid in de literatuur? In de muziek is dat duidelijk, maar in de literatuur? Uit het kennismakingsgesprek krijg ik de indruk dat er gedoeld wordt op het laten klinken van stemmen die te weinig gehoord worden. Dan zou meerstemmig de kant van divers en inclusief op gaan.
Die kant kun je met meerstemmig ook op, en meerstemmig klinkt positiever en minder drammerig dan divers en inclusief. Hoe meer stemmen er in de literatuur vertegenwoordigd zijn, hoe beter. Maar dan gaat het over meer stemmen en dat is niet per se hetzelfde als meerstemmig. Meerstemmig gaat, voor mijn gevoel, toch vooral over het aantal stemmen dat in een bepaald werk – en dat kan best een boek zijn – klinkt. In het geval van de literatuur dus over een tekst als medium en over de mogelijkheden die een auteur heeft en de keuzes die hij maakt.
Ik vatte het plan op om mijn lezing te beginnen bij de orale oorsprong van de literatuur. Bij voorgedragen gedichten en verhalen die live verteld werden ver voordat live net zo’n gewoontewoord werd als divers en inclusief. Na die ene (vertel)stem zou ik het gaan hebben over tegenstemmen. Over koren in de Griekse tragedies en de reien in stukken van Nederlandse toneelschrijvers die minder toonaangevend bleven. Om vervolgens te constateren dat een stem en een tegenstem voldoende zijn om een verhaal meerstemmig te maken: de dialoog als kleinste eenheid van meerstemmigheid.
Over het vervolg was ik minder zeker. Ik was vertrokken vanuit mijn interpretatie van wat meerstemmig in de literatuur is. Maar ik moest meerstemmig en meer stemmen met elkaar in verband zien te brengen, want het was de bedoeling dat ik ook zou reageren op door anderen gepitchte titels. Zij legde de nadruk op meer stemmen, maakte ik op uit het lijstje van de mij toegestuurde titels. In de hoop dat dit zou helpen bij het ordenen van mijn gedachten, maakte ik wat omtrekkende bewegingen.
In principe kan een auteur – of hij nu proza, poëzie of toneel schrijft – zoveel stemmen laten klinken als hij wil. Behalve dan dat hij gebonden is aan het bevattingsvermogen van zijn lezers, en het alleen daarom al verstandig is het aantal personages te beperken.
Zijn tableaux de la troupe vertegenwoordigt een verzameling meningen en perspectieven. Elke extra (tegen)stem geeft een schrijver de mogelijkheid om een ander of ‘de ander’ aan het woord te laten. Het is aan hem om op literaire wijze invulling te geven aan de kansen die dat biedt. Want – zoals de Russische filosoof en literatuurcriticus Michail Bachtin (1895-1975) dat zag – het inzetten van een vertellersstem, het gebruik van een veelheid aan literaire stijlen; stilering van het dagelijks taalgebruik en personages een eigen individuele ‘taal’ laten spreken – is wat een verhaal meerstemmig maakt.
Bachtin zoekt wat meerstemmig is in de literatuur zelf. Zijn definitie heeft geen betrekking op wie toegang heeft tot het literaire domein en wat de consequenties zijn voor degenen die zich niet, onvoldoende of alleen indirect gerepresenteerd weten. Zijn ideeën gaat niet over de emanciperende en vormende waarde van literatuur. Bachtin heeft het dus niet over meer stemmen. Terwijl het daar juist nu, en niet alleen vanwege die lezing, in toenemende mate over zou moeten gaan. Ook al valt dat strikt genomen niet onder de noemer meerstemmig. Want ook al heeft literatuur de potentie om inclusief en divers te zijn, daarmee is de toegang tot de literatuur voor minderheden en gemarginaliseerde groepen niet vanzelfsprekend en zeker niet gegarandeerd. Zonder de discussie over culturele toe-eigening over te doen: het is niet voldoende als niet-dominante groeperingen alleen maar via via een plaats krijgen in de literatuur. Als ze onderwerp blijven en verbeeld worden. Als zij niet de kans krijgen om zelf te spreken en te verbeelden.
Wie leest is niet alleen geïnteresseerd in de bekende weg. Zoekt niet alleen bevestiging. Wil dat een boek meer is dan ‘alleen’ polyfoon, complex en gelaagd. Wie er bewust voor kiest om lezend wijzer te worden, wil ingewijd worden. Heeft behoefte aan interactie. Gaat graag een dialoog met het onbekende of de onbekende ander aan.
Wil de literatuur waarmaken wat zo vaak over haar beweerd wordt – dat zij empathisch maakt, kritisch laat kijken en nadenken, dat zij een spiegel voorhoudt – dan moet dé literatuur niet alleen meerstemmig zijn maar ook meer stemmen toelaten.
Ik ben er bijna. Nu alleen nog wat voorbeelden uit de kast plukken en bewegende beelden selecteren. En op papier nog wat puntjes op de i te zetten.
Een column door Liliane Waanders