In je boek ‘Altijd iets te vinden’ geef je zes tips om tot een gewogen oordeel over een schilderij te komen. Is er eentje bij waarop jij de nadruk zou willen leggen en waarom?  
“Toen ik onderzoek ging doen naar meningsvorming vanuit de psychologie, kwam ik erachter dat we onze mening niet kunnen uitstellen. En toch is dat de eerste en voor mij belangrijkste tip: stel je mening uit. We oordelen heel snel, als een soort reflex, vanuit ons reptielenbrein. Dat doen we als we een kamer met onbekende mensen binnenlopen, bij het lezen van het nieuws en ook als we naar kunst kijken. We hebben de neiging het meteen te willen begrijpen, maar zo werkt het niet bij kunst. Je wordt uitgedaagd je open te stellen voor iets wat je misschien nog niet begrijpt, maar wat wel aan je nieuwsgierigheid krabbelt.  Ook ik begrijp vaak niet wat een kunstenaar bedoelt en heb dan de neiging door te lopen en er niets van te vinden. Maar dan sluit je jezelf af. Je kunt  dat oordeel ook even parkeren en kijken wat er gebeurt als je er wat langer naar kijkt en er meer van wilt weten. Als je dat af en toe oefent levert dat een meer open geest op, ook in je dagelijks leven.”

in ‘Goed kijken begint met negeren’ geef je als praktische tip om in een museum een keuze te maken waar je naar gaat kijken. Maar naar één schilderij uit een zaal bijvoorbeeld. Waarom?
“Ik ga wekelijks naar musea en ik heb ervaren dat als je naar kunst kijkt, je steeds meer gaat ontdekken. Altijd meer dan dat je denkt. Het is net als wanneer je in een donkere kamer komt en je ogen langzaam gaan wennen en je steeds meer gaat zien. Daarvoor moet je tijd nemen. Als je naar een museum gaat, waar je niet snel terug zult komen, wil je alles zien. Dat gaat nooit lukken. Als je wel dat lonende gevoel wilt, dat er iets bij je gebeurt als je naar het kunstwerk kijkt, dan moet je een keuze maken. Dan kun je beter bij één kunstwerk in de zaal blijven staan of maar drie zalen bezoeken.”

Hoe maak jij je keuze als je naar het museum gaat?
“Soms loop ik juist naar het schilderij dat mijn aandacht trekt en soms juist niet. Dan draai ik mij 180 graden om en bekijk wat daar hangt. Dat wordt, denk ik dan, waarschijnlijk veel minder bekeken. Als je je rug naar de Mona Lisa draait zie je een geweldig groot werk van Paolo Veronese (de Bruiloft van Kana). Daar is heel veel op te zien, maar iedereen staat er met zijn rug naar toe.

Eigenlijk is het voor mij een beetje een spel. Een spel heeft regels, maar er zit ook een  soort vrijheid in, een open eind, je weet niet waar, hoe het eindigt, je weet niet wat het je oplevert en dat vind ik het leuke aan kunst speels benaderen. Natuurlijk wil ik meer weten over de kunstenaar, maar ik probeer die behoefte aan kennis voor me uit te schuiven, eerst dat spel van het kijken aan te gaan en daarna pas het tekstbordje te lezen. Gewoon kijken wat er gebeurt als ik kijk.”

In je serie Oog voor Detail in het Volkskrant Magazine haal je een detail uit het schilderij om te bespreken. Op basis waarvan bepaal je welk detail je neemt?
“Ook dit is een speels proces. Ik ging vaak naar tentoonstellingen en was altijd maar bezig het geheel te beschrijven. Mijn aandacht zweefde over de details heen. Maar toen bedacht ik me dat zo’n kunstenaar die details niet zomaar schilderde. En zelfs nu, na zoveel jaren, kan ik daar nog iets bij voelen. Ik voelde de behoefte me daarin te verdiepen, zo is de serie ontstaan. Ik maak foto’s van het schilderij en van alle details. Soms weet ik tijdens het museumbezoek al welk detail ik ga belichten, soms beslis ik dat thuis als ik ze op mijn laptop bekijk.”

Schildert een kunstenaar vanuit zijn/haar emotie of met het doel een emotie over te brengen?
“Een kunstenaar wil zichzelf uitdrukken, maar hij wil ook met zijn talent en vakmanschap iets universeels vertellen. Het is een communicatie op een ander  niveau dan taal. En het gaat over generaties heen. Een voorbeeld is de leeuw van steen, aangevallen en gevangen genomen, een kunstwerk dat 2700 jaar geleden is gemaakt. Ik kan nog zijn pijn zien. Het is die kunstenaar gelukt om dat na al die jaren op mij over te brengen. Dat vind ik het mooie van kunst, dat emotionele deel. We hebben allemaal dezelfde basisgevoelens, in elke cultuur en in elke tijd. Soms begrijp je niet waar het schilderij over gaat, omdat je de cultuur of de geschiedenis niet kent. Maar de emotie kun je vaak wel oppikken.”

Je vraagt aan ons om deelnemend te kijken.”Ga staan voor het schilderij en vraag je af welke plek je hebt als kijker bij de voorstelling.” Wil je dat toelichten?
“De kunstenaar creëert een ruimte en het is de bedoeling dat wij als kijker ons verhouden tot wat er is afgebeeld. Bij de Hollandse kunst uit de 17e eeuw kun je dat goed zien. Eén van de beste voorbeelden is Vermeer, bijvoorbeeld hoe hij een kamer verbeeldt. Door de architectuur en het raam krijg je het gevoel dat je in die kamer bent. Het Meisje met de Parel kijkt ons direct aan met een blik alsof ze iets van je vraagt. In de glazen bol in het schilderij van Marquérite Gérard, De Angorakat, vergroot de kunstenaar de afgebeelde ruimte tot achter haar zelf. Je ervaring is dat je helemaal zelf in de ruimte staat. Als je je realiseert dat de kunstenaar wil dat je deelnemend kijkt, dan ga je ook meer begrijpen en voelen en dat vergroot je kunstervaring.”

Je zegt ergens: “Kijk lang, laat het idee dat je weet het betekent los, maak ruimte voor iets anders.” Wat bedoel je met anders? 
“Ik bedoel met iets anders de ervaring dat er iets met je gebeurt, dat je nieuwsgieriger wordt, blijer, dat je meer komt te weten of dat je vanuit een ander perspectief gaat kijken. Ik vind het lastig als mensen kunst een te hoge status toekennen. Je hoeft er geen grote emoties bij te hebben, kunst is er gewoon. Het hoort eigenlijk veel meer om ons heen te zijn. Ik pleit voor veel meer kunst in parken bijvoorbeeld. Dat je een wandeling maakt en ineens verrast wordt door een mooi kunstwerk. Mijn ervaring is dat als het je lukt je wat meer open te stellen voor de schoonheid van kunst in een museum, je dat automatisch ook buiten krijgt. Je krijgt een soort mindset die openstaat om mooie dingen te zien.”

Schilder je zelf ook?
“Ik schilder niet, wel heb ik altijd veel plezier gehad in tekenen. Ik ben ermee gestopt omdat ik geen tijd meer had. Je kunt eigenlijk pas weten wat een kunstenaar heeft gedaan als je het zelf een keer hebt geprobeerd. Ik zou iedereen willen aanraden een keer een kladblokje mee te nemen naar een museum en wat details van een schilderij na te tekenen. Je leert beter kijken en je leert ook zien hoe moeilijk het is om zoiets te maken. En wees dan niet streng voor jezelf, het hoeft niet goed te worden. Het is de ervaring van het doen. Als ik wat meer rust heb, ga ik het zelf ook weer doen.”

Wieteke heeft onlangs al haar werkzaamheden moeten stoppen in verband met een burnout. “Heel leerzaam voor mij”, zegt ze. Ook nu wordt haar nieuwsgierigheid geprikkeld.

Ria Hullegie

Leeswijzer
Onze werkgroep kunstgeschiedenis maakte een leeswijzer bij Altijd iets te vinden’. Meer info >

@ Televisieserie Kijken op Gevoel van de NTR (2020)