De naam van de roos
Umberto Eco1327, een rijke benedictijnerabdij in Noord-Italië. De Engelse franciscaner monnik William van Baskerville komt als speciaal gezant van de keizer naar Italië om te bemiddelen tussen de van ketterij verdachte franciscanen en de paus. Maar in de abdij zijn duistere krachten aan het werk, en al snel wordt er een moord gepleegd. En daar blijft het niet bij … William, die als oud-inquisiteur weet hoe je zoiets aanpakt, krijgt van de abt de opdracht de zaak te onderzoeken. Het geheim lijkt te schuilen in de beroemde bibliotheek van het klooster, een labyrint waar officieel vrijwel niemand toegang toe heeft, maar waar raadselachtige dingen gebeuren. De naam van de roos is een gelaagd boek, dat ook gaat over macht en (kerk)politiek, geloof en het zoeken naar kennis en waarheid.
Links genoemd in de leeswijzer:
* Het Te Deum dat de monniken bij de metten zingen (p. 110).
* Lam lucis orto sidere (p. 111).
* Het Sederunt principes dat Adson beschrijft op p. 426.
* Hymnes en liederen van Hildegard von Bingen.