De Roemeense Alina leidt als ongehuwde moeder bij haar ouders een armoedig leven. Door haar achterneef wordt zij overgehaald om op Sicilië op een tomatenplantage te gaan werken. Ze neemt haar elfjarige zoon Lucian mee. Het tweetal wordt ondergebracht in een krot en het werk is zwaar en smerig. Omdat de tomaten op de veiling maar weinig opbrengen, neemt haar baas vrouwen in dienst. Die nemen genoegen met minder loon. Hij buit zijn werkneemsters op allerlei manieren uit. Alina probeert het krot op te knappen en legt een tuintje met bloemen aan. Ze wil voor Lucian een goede moeder zijn en haar zelfrespect bewaren. Lucian sluit intussen vriendschap met twee jongens uit de omgeving met heel verschillende achtergronden. Waar het verhaal van zijn moeder uitzichtloos is, gloort er in zijn verhaal hoop op een betere toekomst.
Links genoemd in de leeswijzer:
Recensies
- Anne Sluijs, ‘Blijven gaan, knielen, planten, sleuren, kruipen, staan.’ In: De Reactor, 3 februari 2021
- Judith Eiselin, ‘Ze doen wat veel jongens doen: hutten bouwen, zwemmende meisjes begluren.’ In: NRC Handelsblad, 3 december 2020
- Kaj Peters, ‘Op het ritme van Siciliaanse protestzang.’ In: hebban, 17 oktober 2021
- Lorenzo Tondo en Annie Kelly, ‘Raped, beaten, exploited: the 21st-century slavery propping up Sicilian farming.’ In: The Guardian, 12 maart 2017
- Marnix Verplancke, ‘Oogst, Roemeense vrouwen op Sicilië.’ In: De Leesclub van Alles, 1 december 2020
- Sarah Vandoorne, ‘Italiaanse pomodori aka slaventomaten.’ In: Eos Tracé, 15 juli 2017
- Yolanda Entius, ‘Toch een bloementuin (naast het afval).’ In: Trouw, 29 november 2020
Overig
- Casper Schaaf, ‘Interview: Sien Volders over haar schrijverschap en haar nieuwste roman Oogst.’ In: Tzum, 5 mei 2021
- Sanne Schelfaut, ‘Italiaanse misstanden achter blikje tomatenpuree: Nederlandse winkels grijpen in.’ In: AD, 13 januari 2022