Naar de inhoud
Lees voor

Judith Koelemeijer over Etty Hillesum

Waarom in hemelsnaam koos Etty Hillesum er voor het lot van haar volk te delen en niet onder te duiken? Vanuit ondermeer deze vraag en na vele jaren research schreef Judith Koelemeijer een biografie die ontroert, schokt, confronteert, boeit en verwondert. Senia ging met de schrijfster in gesprek.

Foto: Bob Bronshoff

Judith Koelemeijer (1967) studeerde Nederlands, Culturele Studies en postdoctoraal Journalistiek. In 2001 debuteerde ze met ‘Het zwijgen van Maria Zachea’ dat werd bekroond met de NS Publieksprijs. Daarna volgden ‘Anna Boom’ en ‘Hemelvaart’, beide literaire non fictie. In de nazomer van 2012 werd ze benaderd door de uitgever Geurt Gaarlandt met de vraag of ze de biografie van Etty Hillesum wilde schrijven. ‘Etty Hillesum, het verhaal van haar leven’ verscheen in oktober 2022.

Was het schrijven van deze biografie anders voor u dan het schrijven van de eerdere boeken?

“Dit was een veel groter project dan ik tot dan toe had gehad. Het vergde veel meer research, ik moest dieper graven, meer de geschiedenis in. Ik wilde het dagboek van Etty in een bredere context zetten. Ik wist dat ik daarvoor heel veel historisch onderzoek zou moeten doen. Daar heb ik hulp bij gevraagd van Erika Prins, een historica, die veel beter in archieven kan graven dan ik. Het was in alle opzichten uitdagend om dit te gaan schrijven. Door de enorme hoeveelheid  materiaal, maar ook door het zoeken naar de vorm waarin ik het verhaal zou kunnen vertellen. Haar dagboek was natuurlijk de bron, maar Etty begon dit dagboek toen zij 27 jaar oud was. Over de jaren ervoor had ik geen enkele stem van Etty. Was ik begonnen bij haar geboorte, dan had de lezer 27 jaar moeten wachten voordat Etty zelf een keer aan het woord zou komen. Dus daar moest ik vormtechnisch allerlei oplossingen voor verzinnen. Ik heb er zeven jaar fulltime aan gewerkt.”

Denkt u dat het de bedoeling van Etty was dat haar dagboek gepubliceerd zou worden?

“Vóór Etty de laatste keer naar Westerbork vertrok, heeft ze haar dagboek aan haar huisgenote Maria Tuinzing gegeven, met de opdracht: als ik niet terugkom, geef het dan aan de schrijver Klaas Smelik. Die moest proberen het uit te geven. Ik geloof dat wel. Maria Tuinzing was een heel betrouwbare persoonlijkheid, dat heb ik van verschillende kanten bevestigd kunnen krijgen. Het is ook daadwerkelijk zo gegaan, zij is met die schriftjes naar Klaas Smelik gegaan.

Etty maakte zich geen illusies over het lot dat haar wachtte, maar wat er precies in de kampen in het oosten gebeurde, wist ze niet. Ze had nog altijd wel de hoop dat ze daar iets kon doen, dat ze kon schrijven als getuige van wat daar allemaal gebeurde. Ik denk dat Etty, als ze terug was gekomen, haar dagboek nog bewerkt had, of een andere vorm had gegeven. Het was ruw materiaal, waar zij, als schrijfster in spe, nog niet helemaal tevreden over was.”

U las haar dagboek als jonge twintiger, toen was u meer gefascineerd door de liefdesperikelen, later meer door haar gedachtegoed. Wilt u daar iets over vertellen?

“Als jonge twintiger identificeerde ik mij met de jonge Etty. Ik was in die periode ook zoekend, wie ben ik, wat wil ik in dit leven, net als Etty. Mijn liefdesleven was ook nog erg rommelig. Ik vond het wonderlijk dat ik  decennia erna, zoveel herkende. Etty was opvallend modern in haar beleving, in haar opstelling naar mannen en ook ten opzichte van religie.

Toen ik ouder was, las ik er natuurlijk andere dingen in. Ik ging meer met een historische blik kijken, vroeg me af wat ze wist van haar lot, wat er in Amsterdam gebeurde in de dagen dat zij haar dagboek schreef. Ik had vooral heel veel vragen, wat natuurlijk geen slecht uitgangspunt is voor een biograaf.”

Naast het verhaal over Etty, is het ook het verhaal over de Jodenvervolging in de Tweede wereldoorlog. Etty schreef hier eigenlijk weinig over in haar dagboek, vooral in het eerste jaar.   

“In de eerste periode van haar dagboek keert Etty vooral naar binnen. ‘Wie ben ik? Hoe vind ik geestelijk rust?’ Maar naarmate in de loop van 1942 de vervolging heviger wordt en de deportaties beginnen, moet zij zich wel steeds meer tot haar positie als Jodin gaan verhouden. In mijn biografie laat ik zien dat Etty’s verbondenheid met het Joodse volk en lot in sterke mate was bepaald door de achtergrond van haar ouders. Ik heb veel tijd besteed aan het achterhalen van de geschiedenis van haar moeder. Zij vluchtte in 1907 met haar familie vanuit Rusland naar Nederland, mede door de vele pogroms die er toen waren in het tsaristische rijk. Etty was zich, door die geschiedenis, natuurlijk terdege bewust van de onveilige positie van het Joodse volk. ‘Mijn oerinstincten van Jood, bedreigd met ondergang’, schrijft ze in haar dagboek. Ze heeft zich echter nooit zo als Joodse geprofileerd, ook al voelde ze zich wel verbonden met de Joodse geschiedenis. We weten dat ze In de oorlog het Nieuwe Testament is gaan lezen.

Etty las trouwens ongelooflijk veel en liet zich door heel veel stromingen, filosofen en denkers inspireren. Ze heeft zich nooit op een bepaald isme of een bepaalde religie willen vastleggen. Ze sloot zich bijvoorbeeld niet aan bij de communistische partij, terwijl sommige van haar vrienden dat wel deden. Ze was iemand die alles wilde onderzoeken en bevragen – geen persoon voor onwankelbare politieke overtuigingen. Uiteindelijk draaide alles bij haar om de mens, en de vraag hoe je een goed mens kon zijn en blijven.”

De grote ommekeer in Etty’s leven is de ontmoeting in 1941 met Julius Spier, handleeskundige en therapeut. Waarom werd hij zo belangrijk voor haar?

“Etty was al lang zoekende in het leven. Haar beide broers leden aan psychoses. Ze was zelf erg bang om ook over het randje te gaan, ze was erg onzeker, wat neurotisch ook. Tegelijkertijd was ze sociaal heel begaafd. Ze had humor en ze had een heel grote vriendenkring. Er waren ook periodes dat ze  werd geteisterd door grote somberheid waarin ze zich terugtrok en allerlei lichamelijke kwalen had. De therapie van Spier heeft haar daadwerkelijk geholpen om, zoals zij dat noemde, vloeiender te leven.

Ze vond in die therapie een antwoord, niet alleen op wie zij was, maar ook op hoe zij om moest gaan met de dreiging van haar tijd. Terwijl haar oude, linkse vrienden in het verzet gingen, raakte zij ervan overtuigd dat het geen zin had, haat met haat te vergelden. Het enige antwoord was het goede in jezelf opzoeken. Geen verzet, maar aanvaarden en je lot met waardigheid dragen. Dat werd haar adagium en daarin probeerde ze nog zoveel mogelijk anderen te helpen. Natuurlijk is dat ook een overlevingsmechanisme, want je hebt iets nodig om je aan vast te houden. Het was een ongelooflijk angstige tijd.”

In deze biografie komt een andere Etty naar voren dan in haar dagboek. Veel meer extravert, een beetje frivool, lichamelijk contact met mannen, soms meerdere tegelijk, ook getrouwde mannen, schuwt ze niet. Verbaasde u dat?

“Nee, helemaal niet. Het één was verbonden met het andere. Ik heb in mijn boek haar religieuze, spirituele ontwikkeling gevolgd, maar dat stond niet los van haar fysieke leven. Het komt misschien een beetje door de perceptie van het dagboek van Etty. Er is in de afgelopen decennia ongelooflijk veel aandacht geweest voor haar gedachtegoed, ook in de context van andere denkers, van Jung bijvoorbeeld. Daardoor lijkt het alsof zij alleen maar een denker was, maar ze was natuurlijk ook gewoon een warmhartige jonge vrouw, die midden in het leven stond. Ze had een ontzettend interessante vriendenkring, was politiek actief en als vrouw heel vrijgevochten. In de oorlog verinnerlijkte ze steeds meer, maar die andere wereld was er zeker ook.”

Weinigen in haar vriendenkring wisten precies wat er in haar omging. Het stond in haar dagboek, maar ze liet het niet zien.

“Het was opvallend dat ze, hoewel ze zo ontzettend openhartig lijkt, juist ook heel gesloten was. Haar beste vriendin, Johanna Smelik bijvoorbeeld, had geen idee dat Etty in God geloofde. Die vond dat heel merkwaardig, toen ze dat ontdekte. Haar vriendin, Leonie, met wie ze in de jaren heel veel omging, had geen idee dat Etty in die hele periode een verhouding had met Pa Han. Daar kwam ze pas in 1940 achter toen ze bij hen ging logeren. Etty was heel goed in dingen niet zeggen.

Ze spreekt zich daar wel over uit in haar dagboek. Op momenten dat ze dat wel liet zien, voelde ze zich achteraf heel eenzaam en verloren. Alsof ze te veel van zichzelf had prijs gegeven. Het moet natuurlijk ook in goede aarde vallen, dat soort ontboezemingen. Kennelijk had ze een aantal keren ervaren dat dat niet zo was en toen besloten dat het misschien beter was niet alles te delen, ook uit zelfbescherming. Dat ze zich daardoor te kwetsbaar maakte.”

U vraagt zich af waarom Etty ervoor koos, zoals zij dat zei, ‘het lot van haar volk te delen’ en niet onder te duiken. Hebt u daar voldoende antwoord op gekregen?  

“Haar goede vriend, Klaas Smelik, had in Hilversum een fantastische verstopplek onder de vloer, daar had ze de oorlog rustig kunnen uitzitten met een stapel boeken, maar dat wilde ze niet. Ik heb in mijn boek willen laten zien dat een heleboel factoren van invloed waren op haar beslissing. Haar religiositeit, haar geloof in God, de sfeer rondom Spier, het accepteren, niet verzetten en anderen willen helpen. Ook haar politiek activisme in de jaren 30, het sterke gevoel voor solidariteit met het proletariaat en de onderdrukten. Naast hen staan. Het socialisme en communisme floreerde heel sterk in die jaren, met name bij hoogopgeleiden, zoals Etty. Ze had ook ambities, ze wilde kroniekschrijfster worden van haar tijd en dat kon allemaal niet als je ergens onder de grond zat. Ze wilde trouw blijven aan zichzelf en als dat haar dood zou worden, dan zou ze dat accepteren. Dat idealisme, die overtuiging, dat zat heel erg diep en dat hield haar overeind, daar heeft ze naar geleefd en daarin inspireert ze natuurlijk  nog steeds.

Ik heb daarover nog een gesprek gehad met de Joodse schrijfster Chaja Polak. Zij vond het bijzonder dat Etty al voorzag dat, als ze zich aan dat lot zou onttrekken door onder te duiken, ze na de oorlog verder moest in de wetenschap dat zoveel anderen het misschien niet hadden overleefd. Het is de grote tragiek van de Joodse overlevenden na de oorlog. In die zin was er ook geen uitweg voor Etty.”

U schrijft dat Etty’s gedachtegoed u persoonlijk heeft veranderd en verrijkt. Wilt u daar iets over vertellen?

“Dat enorme geloof van Etty in de kracht van de geest vind ik heel inspirerend.  Je kunt omstandigheden niet veranderen, maar je kunt wel veranderen hoe je daar tegenaan kijkt. Je kunt beslissen: ik laat me hierdoor niet klein krijgen, ik blijf overeind, ik blijf wie ik ben. Dat is natuurlijk een heel inspirerende boodschap voor iedereen in tijden van crisis, verdriet en verlies. De keuze die je toch altijd hebt om je op jouw manier te verhouden tot de gebeurtenissen.

Haat met haat vergelden leidt nergens toe. Je ziet de bewijzen daarvan elke dag om je heen. Etty was daarvan overtuigd. De enige oplossing was al die rotzooi in jezelf uitroeien. Je zou het de hele wereld toewensen, maar ik ben bang dat dat  een illusie is.”

Komt er een volgend boek?   

“Ja, een non fictie novelle. Even iets overzichtelijks, over twee vrouwen, veel meer kan ik er nog niet over zeggen. Het heet ‘De Redding’. Het is een heel hoopvol verhaal. Ik had wel behoefte aan iets positiefs. Ik hoop dat het eind volgend jaar uitkomt, maar ik moet het nog schrijven.”

Ria Hullegie


Leeswijzer

Geïnteresseerd geraakt in het bewogen leven van Etty Hillesum? Onze werkgroep biografie maakte een verdiepende leeswijzer en je kunt Koelemeijer’s biografie (volgend seizoen) dus gewoon op de boekenlijst zetten.

Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven >