Naar de inhoud
Lees voor

Klassiekers, Italië en een revolverschot

Waarom zou je klassiekers lezen? Ja, waarom eigenlijk? Omdat de mens niet verandert en jaloezie, liefde, vriendschap, verraad en geweld van alle tijden zijn. Maar ook om de tegenovergestelde reden: het verleden is een vreemd land, waar het heel anders toegaat dan nu. Schrijvers uit het verleden kijken anders naar de wereld dan wij, en hun blik kan heel boeiend en verrassend zijn, of ons eraan herinneren dat er de afgelopen eeuw(en) veel is verbeterd. En het feit dat een boek vijftig, honderd of zelfs een paar honderd jaar na verschijnen nog, of weer, wordt gedrukt, geeft al aan dat het de eigen tijd overstijgt en ons ook nu iets te zeggen heeft. De meeste boeken en schrijvers raken immers vergeten – wie leest er nog Willy Corsari? Heeft iemand ooit van Margo Scharten-Antink gehoord? Toch waren beiden begin twintigste eeuw populaire auteurs.

De werkgroep Klassiekers presenteert dit jaar een lijst met elf romans uit zeven taalgebieden; de oudste is uit 1911, de jongste uit 2003. Van een paar titels heeft waarschijnlijk iedereen wel gehoord, zoals Gloed van Sándor Márai, Hersenschimmen van Bernlef en Het verhaal van de dienstmaagd (The Handmaid’s Tale) van Margaret Atwood. Het kan heel interessant zijn om die laatste te vergelijken met het vervolg, De testamenten, dat in 2020 bij Moderne literatuur op de keuzelijst stond (K20-01), en natuurlijk met de bekende tv-serie. En nu we toch aan het vergelijken zijn: we bieden drie romans uit Italië aan, twee daarvan, Al onze gisterens van Natalia Ginzburg en Verboden schrift van Alba de Céspedes, dateren uit 1952 en zijn geschreven door een vrouw. Daar zijn vast interessante parallellen te trekken. Al onze gisterens leent zich bovendien erg goed voor een vergelijking met het weergaloze Christus kwam niet verder dan Eboli van Carlo Levi. Beide spelen in fascistisch Italië en in beide worden tegenstanders van het regime verbannen naar een andere wereld – het extreem arme en achtergebleven platteland van Zuid-Italië.

In De stad der blinden is sprake van ander soort ballingschap: quarantaine. Er breekt een blindheidsepidemie uit en de slachtoffers moeten in quarantaine in een oude inrichting. Daar worden ze aan hun lot overgelaten, en wetteloosheid en geweld nemen er hand over hand toe. Dat weerspiegelt de maatschappelijke ineenstorting buiten de muren, waar iedereen letterlijk maar ook figuurlijk – moreel – blind wordt. Een onvergetelijke roman over het goede en het slechte in de mens van Nobelprijsdrager José Saramago.

Al even onvergetelijk is Grijze zielen van Philippe Claudel. Het speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog in een stadje vlak bij het front in Noordoost-Frankrijk. Daar is een tienjarig meisje vermoord en een politieman probeert de toedracht te achterhalen. Meer dan een detective is dit een prachtig geschreven verhaal over liefde en dood.

Genderidentiteit is een hot topic op dit moment en het kan dan ook erg interessant zijn om terug te gaan naar 1965, één jaar voordat in Nederland de tweede feministische golf losbrak en het jaar waarin Een tevreden lach uitkwam, de roman waarin Andreas Burnier (onder mannelijk pseudoniem!) haar ervaringen met de ontdekking van haar lesbische geaardheid als uitgangspunt neemt. Een vrouw die zich daarentegen in het geheel niet met seks bezighoudt omdat ze de enige nog levende mens ter wereld is en samen met haar hond, kat en koe moet zien te overleven is de hoofdpersoon uit Marlen Haushofers wonderschone, aangrijpende De wand (1963).

Als laatste knaleffect presenteren we Een revolverschot van Virginie Loveling. Een Vlaamse roman uit 1911? Ja dus, want dit is een loepzuivere psychologische roman over de dodelijke jaloezie van twee zussen die verliefd worden op dezelfde man. Na een paar bladzijden ben je gewend aan het (voor de moderne lezer herziene) Vlaams van Loveling en blijk je een juweeltje in handen te hebben. Een absolute aanrader!