Naar de inhoud
Lees voor

Muiterij op de Zeven Provinciën

Wil de Graaf, lid van onze werkgroep literatuur, schreef een boek over de muiterij op de Zeven Provinciën in 1933. Naast een gedetailleerd, boeiend en objectief verslag van de toedracht en de gevolgen van de rampzalige gebeurtenissen, is het ook het verhaal van haar vader. Collega Ria Hullegie ging met haar in gesprek.

Op 4 februari 1933, toen de Zeven Provinciën, een pantserschip van de Nederlandse marine, voor een oefentocht door de Indische wateren onderweg was naar Soerabaja in Indonesië, brak er een muiterij uit onder de Indonesische bemanningsleden. Na zes dagen kwam er een einde aan doordat er een bom op het schip werd gegooid, met veel doden en gewonden tot gevolg. De vader van Wil de Graaf bevond zich op dat moment als marinier op dat schip. Wil heeft hierover een boek geschreven: ‘Naar Soerabaja, het verhaal van mijn vader over de muiterij op de Zeven Provinciën’.

Ik ontmoet Wil in bibliotheek Eemland in Amersfoort, een natuurlijke omgeving voor Wil. Ze heeft Nederlands gestudeerd, heeft in het onderwijs gezeten en is jarenlang op een creatieve manier met taal bezig geweest. Ze schreef en onderwees bijvoorbeeld het schrijven van levensverhalen.

Je bent lid van de werkgroep Literatuur van Senia en je schrijft een boek over geschiedenis.

“Ik vond geschiedenis op school al een heel leuk vak en ik hou ook erg van literaire non-fictie; historische boeken en biografieën. Ik had natuurlijk een vader met een bijzondere geschiedenis.

Mijn vader overleed in 2002. Ik heb bij zijn begrafenis het woord gedaan en in vogelvlucht verteld wat ik hier uitgebreid doe. Misschien is het toen wel ontstaan, die wil om daar iets mee te doen. Toen we na het overlijden van mijn moeder in 2007 het huis aan het leeghalen waren, vonden wij een grote kast met dozen van mijn vader. Al die dingen zijn toen aan mij gegeven.”

Je bent pas met je research gestart in 2017, tien jaar na het overlijden van je moeder.

“Ik ben die dozen gaan uitpakken en ontdekte dat mijn vader veel geschreven heeft over die periode in zijn leven. Dat heeft hij mij nooit laten zien. Ik ben alles gaan uittypen. Hij had een mooi handschrift, maar heel schuin met veel doorhalingen. Ik kwam ook een doosje tegen met brieven van mijn oma, die ik nooit gekend heb. Die ben ik ook gaan uittypen.

Ik ben gaan lezen. Er zijn veel bekende boeken over die periode. Dan kwam ik in een boek weer een andere schrijver en titel tegen, die ging ik ook lezen en zo breidde het zich uit. Ik heb een eigen kamer waarin ik schreef, die werd steeds meer ingenomen door al die boeken. Ik ben hier een flinke tijd mee bezig geweest. Het was iets wat ik leuk vond om te doen, maar het had nooit voorrang. Op een gegeven moment heb ik een aantal dingen opzij gezet. Pas in het coronajaar 2019 kon ik voldoende focussen en begon ik met het echte schrijven.”

Heb je van tevoren een schema gemaakt over de opbouw van je boek?

‘Ik ben begonnen met een soort inleiding, hoe kom ik erbij om dit boek te gaan schrijven? En toen heb ik gewoon alles wat er gebeurd is chronologisch opgeschreven. Ik ben begonnen bij zijn jeugd, zijn reis naar Nederlands Indië etcetera. Ik heb als het ware, voor mijn gevoel dan, zelf die reis meegemaakt. In het begin zit ik er in, het einde is ook weer vanuit ‘ik’ geschreven, maar het hele verhaal ertussen, daar kom ik helemaal niet meer in voor. Dat schrijf ik vanuit een soort alwetende verteller.”

Ben je tijdens het schrijven anders gaan kijken naar je vader?

“Ik ken mijn vader als een behulpzaam, goed mens, maar ook iemand die snel geïrriteerd en boos was als je te veel herrie maakte. We woonden in een klein huisje met vier kinderen. Ik ging niet echt tegen hem in. Als iemand zoveel heeft meegemaakt en daar zo onder lijdt, dan hou je wel een beetje je mond. Ik klapte eerder naar binnen, ik ging een boekje zitten lezen.

Ik vond het best moeilijk om zijn teksten uit te typen, maar hij kwam mij ook een stuk dichterbij. Ik hoorde weer zijn stem, nu samen met zijn verhaal. Het raakte mij en ik kreeg met hem te doen. Door dat schrijven ging ik hem beter begrijpen. Het is niet leuk wat er allemaal gebeurd is, maar ik vond het werken eraan wel heel fijn.”

Er zijn eerder al enkele boeken over de muiterij geschreven. Wat voegt jouw boek toe?

“Er is één boek dat er erg bij in de buurt komt, dat is het boek van Maud Boshart ( ‘De Muiterij op de Zeven Provinciën’). Hij heeft dat geschreven in 1937. Hij was, net als mijn vader, een ooggetuige, maar ook iemand die een belangrijke rol heeft gespeeld. Mijn vader heeft het meer ondergaan, denk ik. Hij was nog erg jong en had een heel andere rol. Wat ik meer bied is dat ik een overzicht geef van eigenlijk alles wat er omheen is gebeurd. Naast de muiterij, ook de rechtszaak, alle reacties en de gevolgen in Nederland. J.C.H.Blom (‘De muiterij op de Zeven Provinciën, Reacties en gevolgen in Nederland, Utrecht, HES Uitgevers, 1975’), heeft dat ook gedaan, maar zowel zijn boek als dat van Boshart, is al meer dan 50 jaar oud. Mijn boek is nieuw en biedt een heel persoonlijk verhaal over wat het voor mijn vader heeft betekend.”

Ik heb een spannend boek gelezen, een gedetailleerde beschrijving van wat een marinier beleefd heeft, een nauwgezet beschreven tijdsbeeld, waarin ook de machtsverhoudingen (politiek, slavernij, Anton de Kom) aan bod komen, een geschiedenisboek en een boek over je vader. Wat voert voor jou de boventoon?

“Ik denk toch de geschiedenis van de muiterij, het onrecht dat de mensen, ook mijn vader, is aangedaan. Dat de mensen die erbij betrokken waren zo zwaar bestraft zijn, wat dan weer te maken had met het feit dat Nederland bang was zijn kolonie kwijt te raken. De mensen die onterecht gevangen werden genomen kregen weliswaar gratie, maar ze moesten hun mond erover houden. Boshart kon zijn boek nergens kwijt. Het is een heel complex gebeuren geweest en mijn vader en die andere mensen zijn daar toch een soort de dupe van geworden.”

Je boek is 9 september j.l. verschenen bij Uitgeverij de Walburg Pers/Lanasta en ligt nu in de boekwinkel. Hoe is dat voor jou?

“Ik heb er lang aan gewerkt. Ik vind het heel fijn dat het boek er nu is.

Ik vond dit een verhaal dat gekend moest worden. Mijn vader heeft het uiteindelijk niet naar buiten gebracht, dus ik heb nu zijn verhaal verteld. Het gaat mij niet om genoegdoening. Ik vind het fijn als mensen, die hierin geïnteresseerd zijn, het gaan lezen.”

Ria Hullegie